Welkom bij de leukste quiz over de Nederlandse cultuur, geschiedenis, taal & sport!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij de leukste quiz over de Nederlandse cultuur, geschiedenis, taal & sport!
Slide 1 - Tekstslide
Quizrondes
Ronde 1: De Nederlandse cultuur, geschiedenis en sport.
Ronde 2: De Nederlandse taal
Slide 2 - Tekstslide
Ronde 1: de Nederlandse cultuur, geschiedenis en sport.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de jongste provincie van Nederland?
A
Limburg
B
Friesland
C
Flevoland
D
Utrecht
Slide 4 - Quizvraag
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood.
A
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd
B
Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag
C
Zeer christelijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed
D
Den koning van Hispanje, heb ik altijd geëerd.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Waar staat de 'c' voor in VOC?
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de naam van het bloemenpark ten noordwesten van Lisse in Zuid-Holland? Het trekt jaarlijks +- 1 miljoen bezoekers vanuit de hele wereld. (zonder lidwoord)
Slide 9 - Open vraag
Welke film is met meer dan 3,3 miljoen bezoekers nog steeds de succesvolste Nederlandse bioscoopfilm aller tijden?
A
Ciske de Rat
B
Turks fruit
C
Komt een vrouw bij de dokter
D
Alles is liefde
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de meest bestelde snack van Nederland?
A
Frikandel
B
Bitterballen
C
Bamischijf
D
Kroket
Slide 11 - Quizvraag
Wie heeft de meeste interlands gespeeld voor Oranje?
A
Wesley Sneijder
B
Edwin van der Sar
C
Frank de Boer
D
Rafael van der Vaart
Slide 12 - Quizvraag
Waar komt de naam Oranje vandaan?
A
Van de vlag van Nederland, welke officieel oranje, wit en blauw is.
B
Van het landgoed Orange in Frankrijk.
C
Van de leeuw op het wapenschild.
D
Van de wimpel die bij de vlag hoort.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe heet deze Nederlandse sporter (voor- en achternaam)? Ze is de Nederlander met de meeste olympische medailles op haar naam.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe heet deze Nederlandse sporter (voor- en achternaam)? Ze is de Nederlander met de meeste olympische medailles op haar naam.
Slide 15 - Open vraag
Wat is de meest voorkomende Nederlandse familienaam?
A
De Jong
B
Jansen
C
De Vries
D
Bakker
Slide 16 - Quizvraag
Op 1 mei 2021 had 24,8 procent van de Nederlandse bevolking een migratieachtergrond. Uit welk land komen de meeste immigranten oorspronkelijk?
A
Marokko
B
Suriname
C
Indonesië
D
Turkije
Slide 17 - Quizvraag
Ronde 2: de Nederlandse taal
Slide 18 - Tekstslide
Hoeveel dialecten heeft het Nederlands?
A
200
B
613
C
78
D
121
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel jaren oud is het Nederlands ongeveer?
A
600
B
900
C
1200
D
1500
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Wat is hier fout aan? Schrijf het foute woord correct.
Slide 22 - Open vraag
Hoeveel infinitieven staan er in de volgende zin? Toen ik vanochtend naar school fietste, regende het pijpenstelen.
Slide 23 - Open vraag
Welke zin klopt WEL?
A
Hij wilt niet dat jij meekomt.
B
Dat is jou moeder toch?
C
Hun zijn gisteren gaan zwemmen.
D
Het meisje dat ik heb leren kennen heet Lisa.
Slide 24 - Quizvraag
Het lijkt of hij alles weet, maar hij ___________ alles.
A
googeld
B
googled
C
googelt
D
googlet
Slide 25 - Quizvraag
In welke zin zijn de hoofdletters juist gebruikt?
A
De Minister lichtte het wetsvoorstel in de Tweede Kamer toe.
B
De Minister lichtte het wetsvoorstel in de tweede kamer toe.
C
De minister lichtte het wetsvoorstel in de Tweede Kamer toe.
D
De minister lichtte het wetsvoorstel in de tweede kamer toe.
Slide 26 - Quizvraag
Uit welke boekenserie komt deze illustratie?
A
Hugo
B
Het leven van een loser
C
Niek de Groot
D
Dagboek van een muts
Slide 27 - Quizvraag
Hoe heet het land waar 'De Grijze Jager' zich afspeelt?
Slide 28 - Open vraag
Hoe heet de hoofdpersoon van 'Achtste-groepers huilen niet'?
Slide 29 - Open vraag
Van welke serie is Gabrielle Lord de schrijver?
Slide 30 - Open vraag
Wat betekent: Je ziet er bedrukt uit?
A
dat je er verdrietig uitziet
B
dat je er moe uitziet
C
dat het lijkt of je onder het kopieerapparaat lag
D
dat je er goed uitziet
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
A
Homoniem
B
Homofoon
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het antoniem van 'donker'?
Slide 34 - Open vraag
Een dier verstopt in een zin.
Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen?
Slide 35 - Tekstslide
Een dier verstopt in een zin.
Het spant erom bij de laatste wedstrijd; wie wordt kampioen?
Slide 36 - Tekstslide
De nieuwe woonplaats bleek Hoorn te zijn.
Slide 37 - Open vraag
Is in Europa uw hoofdkantoor gevestigd?
Slide 38 - Open vraag
De verdachte heeft niets aan een alibi zonder bewijs.