4BB 9.2 Bloed stroomt

Bloed 9.2 Bloed stroomt
Maken opg 1-2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bloed 9.2 Bloed stroomt
Maken opg 1-2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat je de bloedsomloop met de vorm van een acht kunt vergelijken.
  • Je kunt de drie soorten bloedvaten benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt. 
  • Je kunt uitleggen dat de bloeddruk niet in alle bloedvaten gelijk is.
  • Je kunt uitleggen hoe stoffen bij je cellen komen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

2.37 min
Het hart pompt het bloed het lichaam rond

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop:
  • hart - longen - hart
  • Taak: zuurstof opnemen

  • Grote bloedsomloop:
  • hart - alle organen -hart
  • Taak: zuurstof aan organen geven
zuurstofrijk
zuurstofarm
Maken opg 3-6

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 type bloedvaten
1. Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart naar de slagaders.

2. Vanuit de slagaders stroomt het bloed naar de haarvaten. Daar wordt zuurstof afgegeven aan cellen van organen en spieren.

3. Vanuit de haarvaten stroomt het bloed naar de aders. Via de aders stroomt het bloed terug naar het hart. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Leren paragraaf 9.2 (bladzijde 19 en 20) en maak opdracht 1 t/m 10






Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat je de bloedsomloop met de vorm van een acht kunt vergelijken.
  • Je kunt de drie soorten bloedvaten benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt. 
  • Je kunt uitleggen dat de bloeddruk niet in alle bloedvaten gelijk is.
  • Je kunt uitleggen hoe stoffen bij je cellen komen
Maken opg 9-10

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedsomloop of bloedvatenstelsel (In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien). 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.


Maken opg 11-17

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk
Bloeddruk: bloed drukt tegen de wanden je bloedvaten. En verschilt per type bloedvat.
Maken opg 18-20

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komen stoffen bij je cellen?

Stoffen uit het bloed kunnen vanuit het weefselvloeistof bij de cellen komen.

(Bloedplasma wordt weefselvloeistof)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdr 21 



en 22

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat je de bloedsomloop met de vorm van een acht kunt vergelijken.
  • Je kunt de drie soorten bloedvaten benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt. 
  • Je kunt uitleggen dat de bloeddruk niet in alle bloedvaten gelijk is.
  • Je kunt uitleggen hoe stoffen bij je cellen komen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Leren paragraaf 9.2 (bladzijde 22 t/m 28) en maak opdracht 11 t/m 23







Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teken de bloedsomloop
  1. Teken het hart en de bloedsomloop
  2. Geef met pijlen de richting van het bloed aan
  3. Benoem slagaders, aders en haarvaten
  4. Benoem of het bloed zuurstofrijk of zuurstof arm

  5. Een cel in je nieren heeft zuurstof nodig. De rode bloedcel begint bij het sterretje in je hart. Door welke bloedvaten komt de rode bloedcel?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies