toets cultuur vh moderne H5 herkansing

toets cultuur vh moderne H5 herkansing
deze toets heeft 21 vragen;

Je hebt oordopjes nodig
type je antwoorden in de antwoordvakken
lever aan het eind de toets in en check of dit gelukt is
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

toets cultuur vh moderne H5 herkansing
deze toets heeft 21 vragen;

Je hebt oordopjes nodig
type je antwoorden in de antwoordvakken
lever aan het eind de toets in en check of dit gelukt is

Slide 1 - Tekstslide

A. Op weg naar abstract
In de eerste helft van de twintigste eeuw, de tijd van de wereldoorlogen, veranderen de kunsten radicaal. In de beeldende kunst wordt de stap gezet van realistisch naar volledig abstract.

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1. T1 (2 pnt)
Bekijk afbeelding 1 Edward Wadsworth, “Dazzle-ships in dry-dok at Liverpool” (1919), 1 dia terug.
In de eerste helft van de twintigste eeuw, de tijd van de wereldoorlogen, veranderen de kunsten radicaal. In de beeldende kunst wordt de stap gezet van realistisch naar volledig abstract.
Leg uit waarom het schilderij op afbeelding 1 van Edward Wadsworth een bijzondere plaats inneemt tussen realistisch en abstract.

Slide 3 - Open vraag

afbeelding 2 Ernst Lüdwig Kirchner, “Fünf Kokotten” uit 1914

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 2 T1. (2 pnt)
Bekijk afbeelding 2 Ernst Lüdwig Kirchner, “Fünf Kokotten” uit 1914, 1 dia terug
Leg aan de hand van zowel de vorm als de techniek uit waarom dit werk typerend is voor het expressionisme.

Slide 5 - Open vraag

De sculptuur op de afbeelding hiernaast hoort thuis in het Modernisme. Het gemaakt door Umberto Bocciono, in het jaar 1913. Het menselijk lichaam is niet realistisch voorgesteld, maar ook niet echt gestileerd of abstract. Het is eigenlijk vooral vervormd. Het wil beweging en snelheid uitdrukken. Hoe kun je dat in deze sculptuur zien?

Slide 6 - Open vraag

beluister het fragment “Erwartung” van componist Arnold Schönberg

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 3 T1 (3 pnt)
Beluister fragment “Erwartung” van componist Arnold Schönberg, 1 dia terug
Noem aan de hand van dit fragment drie kenmerken van expressionistische muziek.
Gebruik hierbij muzikale begrippen als melodie, samenklank, ritme, klankkleur en dynamiek

Slide 8 - Open vraag

Bekijk afbeelding 3 
“compositie” van Piet Mondriaan

 
Op afbeelding 3 is een volledig abstract werk van Piet Mondriaan te zien. 
Mondriaan pleit ervoor niet de werkelijkheid te laten zien maar de waarheid; niet het uiterlijke maar het innerlijk; niet het bijzondere maar het algemene.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 4 T1 (2 pnt)
Bekijk afbeelding 3 “compositie” van Piet Mondriaan, 1 dia terug.
Op afbeelding 3 is een volledig abstract werk van Piet Mondriaan te zien. Mondriaan pleit ervoor niet de werkelijkheid te laten zien maar de waarheid; niet het uiterlijke maar het innerlijk; niet het bijzondere maar het algemene.
Leg aan de hand van de vormgeving van dit werk uit hoe het “bijzondere” plaatsmaakt voor het “algemene”

Slide 10 - Open vraag

afbeelding 4 
“interieur van het Schröderhuis” 
van Gerrit Rietveld 

De architect Gerrit Rietveld staat enige tijd onder invloed van het werk en de ideeën van Piet Mondriaan. Dit interieur is ontworpen door Rietveld.

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 5. T1 (2 pnt)
Bekijk afbeelding 4 “interieur van het Schröderhuis” van Gerrit Rietveld, 1 dia terug
De architect Gerrit Rietveld staat enige tijd onder invloed van het werk en de ideeën van Piet Mondriaan. Dit interieur is ontworpen door Rietveld.
Noem 2 aspecten van het interieur waaruit de verwantschap met het werk van Mondriaan blijkt.

Slide 12 - Open vraag

afbeelding 5
"Interieur Sonneveldhuis" 
van Brinkman & van der Vlugt

Dit is het interieur van het Sonneveldhuis. De directeur van de van Nellefabriek richt zijn woning in met meubels in de stijl van Bauhaus. Rietveld en Bauhaus ontwerpen hun meubels voor de arbeidersklasse. Helaas blijkt de arbeidersklasse helemaal geen behoefte te hebben aan hun ontwerpen.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 6. T1. (2 pnt)
Bekijk afbeelding 5 "Interieur Sonneveldhuis "van Brinkman &van der Vlugt, 1 dia terug.
Dit is het interieur van het Sonneveldhuis. De directeur van de van Nellefabriek richt zijn woning in met meubels in de stijl van Bauhaus. Rietveld en Bauhaus ontwerpen hun meubels voor de arbeidersklasse. Helaas blijkt de arbeidersklasse helemaal geen behoefte te hebben aan hun ontwerpen.
Leg uit waarom niet.

Slide 14 - Open vraag

C Rugby
C. Rugby
In 1923 schrijft Arthur Honegger een kort orkestwerk (mouvement symphonique) als ode aan de stoomtrein: Pacific 231. Rugby is zijn tweede mouvement symphonique en gaat in 1928 in première.
Beluister er een deel van, het duurt totaal 8.22




Slide 15 - Tekstslide

Lees tekst 2: 

Franklin Stover over Pacific 231 en Rugby van Arthur Honegger:

Honegger was speciaal geïnteresseerd in zaken zoals mechanisatie en sport. Deze interesse vertaalde hij in twee korte ‘mouvements symphoniques’. Pacific 231 is een ode aan de opwindende kracht en snelheid van de locomotief. Rugby verbeeldt op kleurrijke wijze het ritme, de beweging en agressiviteit van deze sport. Toch beschouwt Honegger deze twee muziekstukken niet als programmamuziek maar als absolute muziek. Dat deze muziekstukken zo kort zijn, heeft ook een praktische reden. Honegger merkte dat de orkesten weinig zin hadden in het uitvoeren van moderne muziek en het liefst het oude repertoire bleven spelen. Door zijn muzikale ideeën te verpakken in de compacte vorm van een ‘mouvement symphonique’ hoopte hij op meer succes bij zowel de dirigenten als het publiek

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 10 T1 (2 pnt)
Lees tekst 2, 1 dia terug + Beluister “rugby” van Arthur Honegger ; het slot vanaf 6:50, 1 dia vooruit
In het muziekstuk Rugby wil Honegger het ritme, de beweging en de agressiviteit van deze sport tot uitdrukking brengen. Beluister het slot van het orkestwerk (vanaf 6’50’’).
Noteer voor twee van de drie hier genoemde karakteristieken welke instrumentengroepen (houtblazers, koperblazers, slagwerk, strijkinstrumenten) worden ingezet om hieraan uitdrukking te geven. (zoek deze instrumentgroepen eventueel op in je woordenboek)

Slide 17 - Open vraag

Vraag 11 R (2 pnt)
Lees tekst 2, 1 dia vooruit
Honegger zegt over Rugby dat hij dit beschouwt als absolute muziek en niet als programmamuziek. Geef de definitie van programmamuziek en leg in eigen woorden uit wat de componist met deze uitspraak bedoeld.

Slide 18 - Open vraag

Tekst 2: Franklin Stover over Pacific 231 en Rugby;
Honegger was speciaal geïnteresseerd in zaken zoals mechanisatie en sport. Deze interesse vertaalde hij in twee korte ‘mouvements symphoniques’. Pacific 231 is een ode aan de opwindende kracht en snelheid van de locomotief. Rugby verbeeldt op kleurrijke wijze het ritme, de beweging en agressiviteit van deze sport. Toch beschouwt Honegger deze twee muziekstukken niet als programmamuziek maar als absolute muziek. Dat deze muziekstukken zo kort zijn, heeft ook een praktische reden. Honegger merkte dat de orkesten weinig zin hadden in het uitvoeren van moderne muziek en het liefst het oude repertoire bleven spelen. Door zijn muzikale ideeën te verpakken in de compacte vorm van een ‘mouvement symphonique’ hoopte hij op meer succes bij zowel de dirigenten als het publiek
Beluister het fragment "rugby" van Honegger 

Slide 19 - Tekstslide

Vraag 12 T1 (2 pnt)
Lees tekst 2. Beluister “rugby” van Arthur Honegger, 1 dia terug
Noem een inhoudelijke en een muzikale reden waarom luisteraars (zoals het publiek, orkesten en de dirigenten) moeite hadden met muziekstukken zoals Rugby.


Slide 20 - Open vraag

In 1935 gaat Frontier (‘grens’) van choreografe en danseres Martha Graham in première. Graham verwerkt in deze dans jeugdherinneringen aan de verhuizing en treinreis met haar ouders naar de Amerikaanse westkust rond 1906. Graham herinnert zich vooral ook het optimisme uit die dagen, want het westen biedt ruimte en veel kansen voor ondernemende Amerikaanse gezinnen. Frontier gaat dan ook niet over de begrenzing van mogelijkheden maar juist over de uitdaging van het overschrijden van grenzen.


D Frontier

Bekijk het fragment "Frontier" van Martha Graham 1935
op de volgende dia

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Lees het tekstfragment 3. 
Graham ziet deze voorstelling als een poging om te komen tot een eigen Amerikaanse vorm van ballet

tekst 3
Graham zoekt altijd naar een ‘uniek Amerikaanse’ dansvorm: ‘We zijn het als dansers aan ons publiek verplicht Amerika te bekijken en te onderzoeken om kunst te maken die past bij de energie en kracht van dit land’
In de jaren ’30 maakt ze een aantal voorstellingen waarin ze de wortels van de Amerikaanse cultuur verkent en als Amerikaanse uitdrukking geeft aan wat het voor haar betekent Amerikaans te zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 14 I (1 pnt)
Lees tekst 3, 1 dia terug
Graham ziet deze voorstelling als een poging om te komen tot een eigen Amerikaanse vorm van ballet. Geef een reden waarom in de jaren ’30 – niet alleen wat betreft dans – in Amerika de behoefte groeit aan kunst met een eigen identiteit.

Slide 24 - Open vraag

Bekijk de afbeeldingen en nogmaals het videofragment. 
Graham ontwerpt vaak zelf de kostuums, die een belangrijk onderdeel zijn van haar voorstellingen. Dat geldt niet alleen voor Lamentation (1930) maar ook voor Frontier (1935). Het videofragment kun je bekijken op de volgende dia

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Vraag 15 T2 (2 pnt)
Bekijk de afbeeldingen en nogmaals het videofragment 1 en 2 dia 's terug.
Graham ontwerpt vaak zelf de kostuums, die een belangrijk onderdeel zijn van haar voorstellingen.
De jurk die de danseres draagt tijdens de voorstelling Frontier doet wat denken aan de jurken die de eerste pioniers in West-Amerika droegen, hoewel de optimistische lichte kleur daar weer niet bij past. Noem twee bewegingen van de danseres die door de jurk op de rechter afbeelding extra nadruk krijgen.

Slide 27 - Open vraag

Vraag 5 (3p)

Een andere vanaf 1900 opkomende muziekstijl is JAZZ. Noem 2 algemeen geldende kenmerken van Jazz en leg uit hoe Jazz zoveel invloed in de westerse cultuur heeft gekregen.

Slide 28 - Open vraag

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme

Slide 29 - Sleepvraag

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme
Meerdere standpunten, geometrische vormen, gefragmenteerd
Verheerlijking van lawaai, technologie, en agressie 
Dromen, onderbewustzijn en fantasiën
Absurditeit, anti-kunst, humor, destructief 
Subjectieve gevoel, krachtige, felle kleuren, vervorming van de werkelijkheid 
 geometrische, abstracte vormen
autonome kunst: kunstenaar als ingenieur, uitdrukking socialistische samenleving 
Zuivere, pure, spirituele kunst voor een betere toekomst, universele vormentaal
ambacht, betaalbare producten, functionaliteit (from follows function

Slide 30 - Sleepvraag

Expressionisme
Kubisme
Constructivisme
De Stijl
Futurisme
Bauhaus
Dadaisme
Surrealisme

Slide 31 - Sleepvraag

Academisch Ballet
Moderne Dans
Verhalend
benen en voeten uitgedraaid
pointesdans op spitzen
grote luchtsprongen
witte tutu's
nadruk op expressie
blote voeten
hoekige bewegingen
losse kleding/ abstracte kostuums

Slide 32 - Sleepvraag

Materialen die veel gebruikt worden in het modernisme zijn
A
Hout en steen
B
Beton en staal
C
Polyester en lycra
D
Textiel en glas

Slide 33 - Quizvraag

Wat is juist?

Kubisme
A
Bij kubisme worden verschillende aanzichten tegelijkertijd weergegeven
B
Doordat kubistische beelden vooral geabstraheerd zijn, is er weinig diepte.

Slide 34 - Quizvraag

Bij welke stijl hoort Mondriaan?
A
Dada
B
De Stijl
C
Kubisme
D
Constructivisme

Slide 35 - Quizvraag

Het Bauhaus legt het accent op...
A
de functionaliteit van producten
B
het weergeven van emoties
C
toeval
D
het zo nauwkeurig mogelijk weergeven van de werkelijkheid

Slide 36 - Quizvraag

einde

lever de toets in

Slide 37 - Tekstslide