4.3 Oppervlakte driehoek

4.3 Oppervlakte driehoek
Log in op LessonUp
Pak je wiskunde spullen erbij
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.3 Oppervlakte driehoek
Log in op LessonUp
Pak je wiskunde spullen erbij

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Bespreken opdracht 12 (4.1)
Uitleg 4.3
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 12

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3
Ik kan de oppervlakte van een driehoek berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Oppervlakte
Wat is de oppervlakte van rechthoek PQRS?
Wat valt je op aan de oppervlakte van de driehoek?

Oppervlakte driehoek is altijd de helft van de oppervlakte van de rechthoek die er omheen past

Slide 5 - Tekstslide

Oppervlakte van een driehoek berekenen

  • Oppervlakte van driehoek PQR berekenen

Slide 6 - Tekstslide

Oppervlakte van een driehoek berekenen

  • Oppervlakte van driehoek PQR
      berekenen
  • Teken een rechthoek om de driehoek
  • Zet de maten erbij
  • Bereken de oppervlakte van de rechthoek
  • Bereken de oppervlakte van de driehoek 
  • Dus oppervlakte van rechthoek : 2 (of x 0,5)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

  • Zijde en hoogte staan loodrecht op elkaar.
  • Hoe zie je dat?

Slide 9 - Tekstslide

Samen opdracht O27

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de
Oppervlakte van
de driehoek?
A
14
B
7
C
5
D
10

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de
Oppervlakte van
de driehoek?
A
11 x 8 = 88
B
11 x 15 = 165
C
15 x 8 = 120
D
15 x 8 : 2 = 60

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de
Oppervlakte van
de driehoek?
A
4,5
B
9
C
12

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de
Oppervlakte van
de driehoek?
A
33 x 20 = 660
B
29 x 20 : 2 = 290
C
29 x 33 : 2 = 478, 5
D
33 x 20 : 2 = 330

Slide 14 - Quizvraag

Leerdoelen 4.3
Ik kan de oppervlakte van een driehoek berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
4.3 online maken O27 t/m 37

Let op: Opdrachten staan niet in de juiste volgorde; opdrachten na opdracht 37 zijn geen huiswerk (dus 34, 35 enz. niet)

Slide 16 - Tekstslide