In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Writing exam: pitfalls and prep
Slide 1 - Tekstslide
Waar begin je het schrijven van je e-mail mee?
A
je eigen naam en adres
B
je eigen e-mailadres
C
e-mail adres en onderwerp
D
Hi / Hello / Dear
Slide 2 - Quizvraag
Goed of fout? To: jerry02@hotmail.com Onderwerp: holiday
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quizvraag
Welke woorden schrijf je in het Engels altijd met een hoofdletter en in het Nederlands niet?
Slide 4 - Open vraag
My birthday is .... May.
A
in
B
on
C
at
D
Slide 5 - Quizvraag
Finish the sentence: Wat is de standaard regel voor woord volgorde?: Wie - doet - wat - ... - ...
A
waar - wanneer
B
wanneer - waar
Slide 6 - Quizvraag
How do you translate "Nederland"?
A
Netherland
B
Holland
C
the netherlands
D
the Netherlands
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de goede aanhef van een e-mail?
A
Hello,
B
Hi,
C
Best ...,
D
Dear ...,
Slide 8 - Quizvraag
Mag je "u" schrijven ipv "you"?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin is correct?
A
Am going to see you soon.
B
I'm gonna see you soon.
C
I am going to see you soon.
D
I am gonna see you soon.
Slide 10 - Quizvraag
My birthday is ..... Wednesday.
A
in
B
at
C
on
Slide 11 - Quizvraag
The party starts ..... 7 o'clock.
A
in
B
on
C
at
Slide 12 - Quizvraag
I hope ...... doing .....
A
your, good
B
you're, good
C
you're, well
D
your, well
Slide 13 - Quizvraag
Zeg: Doe de groeten aan je broer van me.
Slide 14 - Open vraag
Wat is een goede standaard eerste zin van je e-mail?
Slide 15 - Open vraag
Wat is een goed passend slot van je e-mail?
Slide 16 - Open vraag
Wat zet je helemaal onder aan je brief?
A
Greetings, (name)
B
Love, (name)
C
Best wishes, (name +phone number)
D
Take care, (name)
Slide 17 - Quizvraag
That was our final check
Nu ga je werken aan oefenopdracht 3. Als je deze voor vrijdagmiddag 17:00 uur inlevert via de opdracht in Teams, krijg je deze uiterlijk maandag nagekeken terug.