Test je kennis Politiek & Pluriforme samenleving - SE toetsweek 2
1 / 37
Lesduur is: 65 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heb je geleerd en ben je klaar om je kennis te testen?
JA
NEE
Slide 2 - Poll
Leest tekst 1
De koning heeft geen politieke macht. Wie is dan verantwoordelijk voor
wat de koning zegt tijdens de troonrede?
De koning heeft geen politieke macht. Wie is dan verantwoordelijk voor
wat de koning zegt tijdens de troonrede?
Slide 3 - Open vraag
Lees nogmaals tekst 1
In regel 12 staat het begrip “democratie”. Geef een omschrijving van dit
begrip.
In regel 12 staat het begrip “democratie”. Geef een omschrijving van dit
begrip.
Slide 4 - Open vraag
Wat voor de meeste mensen goed is in de samenleving, noemen we:
A
Democratie.
B
Politiek.
C
Het algemeen belang.
D
De rechtsstaat.
Slide 5 - Quizvraag
Geef van onderstaande voorbeeld aan of dit een links standpunt of een rechts standpunt is.
Rob wil de kinderopvang voor iedereen gratis maken, zodat iedereen kan werken.
Rob wil de kinderopvang voor iedereen gratis maken, zodat iedereen kan werken.
A
links
B
rechts
Slide 6 - Quizvraag
Geef van onderstaande voorbeeld aan of dit een links standpunt of een rechts standpunt is.
Rowin wil dat iedereen gratis gebruik kan maken van de gezondheidszorg.
Rowin wil dat iedereen gratis gebruik kan maken van de gezondheidszorg.
A
links
B
rechts
Slide 7 - Quizvraag
Minister-president
Staatssecretarissen
verkiezingen
regeerakkoord
compromissen
Slide 8 - Sleepvraag
A
Op de foto hierboven staat het kabinet
B
Op de foto hierboven staat de 1e kamer
C
Op de foto hierboven staat het parlement
D
Op de foto hierboven staat de regering
Slide 9 - Quizvraag
WAAR
NIET WAAR
De Tweede Kamer heeft 150 leden
De Eerste Kamer heeft 150 leden
Ministers zitten in de Tweede Kamer
Regering is een ander woord voor Eerste- en Tweede Kamer
De Tweede Kamer mag wetsvoorstellen aanpassen
Het parlement controleert de ministers
Slide 10 - Sleepvraag
Geef bij de onderstaande voorbeelden aan of het gaat om een controlerende of wetgevende taak van het parlement.
De VVD stelt een wijziging aan een wetsvoorstel voor.
De VVD stelt een wijziging aan een wetsvoorstel voor.
A
controlerende taak
B
wetgevende taak
Slide 11 - Quizvraag
Geef bij de onderstaande voorbeelden aan of de wet wordt aangenomen of afgekeurd.
Het wetsvoorstel wordt met 81 van de 150 zetels aangenomen.
Het wetsvoorstel wordt met 81 van de 150 zetels aangenomen.
A
Afgekeurd
B
Aangenomen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Lees tekst 3 voor het beantwoorden van de vraag.
Noem een manier die de AVS (zie laatste regel van de tekst) heeft om invloed op de politiek uit te oefenen.
Noem een manier die de AVS (zie laatste regel van de tekst) heeft om invloed op de politiek uit te oefenen.
Slide 14 - Open vraag
Wie presenteert in de meeste gevallen een wetsvoorstel?
A
De minister of staatssecretaris.
B
De media.
C
Het parlement.
D
De burgers.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de beste omschrijving van een compromis?
A
Partijen maken ruzie om de verschillende standpunten.
.
B
De grootste partij beslist over een standpunt.
C
Partijen blijven overleggen met elkaar.
D
Partijen komen elkaar tegemoet en krijgen allebei een beetje hun zin
Slide 16 - Quizvraag
Recht van Motie
Recht van Amendement
Recht van Initiatief
Recht van Interpellatie
Slide 17 - Sleepvraag
Dit is een voorbeeld van sociale cohesie
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Sociale cohesie is........
A
het gevoel dat je ergens van hebt
B
ongelijkheid in de maatschappij
C
een probleem dat opgelost moet worden
D
hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar
Slide 19 - Quizvraag
Het kabinet?
A
Tweede Kamerleden
B
Ministers & staatssecretarissen
C
Koning & ministers
D
Coalitie
Slide 20 - Quizvraag
Regering is...
A
Koning
B
Ministers
C
Koning en Ministers
Slide 21 - Quizvraag
De regering controleert en de Tweede en de Eerste kamer regeren.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
WEL een taak / rol van de Koning
GEEN taak / rol van de Koning
Voorzitter van vergaderingen in de Tweede Kamer
Stemmen over wetsvoorstellen
Voorlezen van de Troonrede
Beëdigen van ministers/kabinet
Ondertekenen van wetten en Koninklijke besluiten
Kiezen van de ministers en staatssecretarissen
Slide 23 - Sleepvraag
Het wetsvoorstel krijgt in de Eerste Kamer 38 stemmen voor en 37 tegen.
Wordt het wetsvoorstel aangenomen?
Wordt het wetsvoorstel aangenomen?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
De regeringspartijen zitten in de ..
A
coalitie
B
oppositie
Slide 25 - Quizvraag
In Nederland regeert de ...
A
Coalitie
B
Oppositie
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een pluriforme samenleving?
A
Een groep mensen met dezelfde gewoonten, normen en waarden.
B
De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
C
Een samenleving van mensen met verschillende culturen en leefstijlen.
D
Een groep mensen met verschillende normen, waarden en gewoonten.
Slide 27 - Quizvraag
Integratie
Assimilatie
Segregatie
Inburgeringscursus
Zwarte en witte scholen
Andere taal overnemen
Aanpassen aan nieuwe cultuur
Opgaan in nieuwe cultuur
Eigen cultuur behouden
Slide 28 - Sleepvraag
Volledige aanpassing
gedeeltelijke aanpassing
geen aanpassing
Assimilatie
Segregatie
Integratie
Slide 29 - Sleepvraag
Segregatie
Integratie
Assimilatie
Slide 30 - Sleepvraag
Wat is polarisatie?
A
Het ongelijk behandelen van een groep mensen. Soort van discriminatie.
B
Groepen mensen komen steeds meer tegenover elkaar te staan.
C
Mensen die bevriend zijn
D
Mensen die zich verbonden met elkaar voelen.
Slide 31 - Quizvraag
Integratie is:
A
Deels aanpassen
B
Helemaal aanpassen
C
Helemaal niet aanpassen
Slide 32 - Quizvraag
Integratie:
A
assimilatie
B
segregatie
C
integratie
Slide 33 - Quizvraag
Ben je klaar voor de toets?
Ja, helemaal!
Ik moet nog een beetje leren.
Ik moet nog veel leren.
Ik heb de moed al opgegeven.
Slide 34 - Poll
Ik heb de afgelopen lessen genoeg kennis gekregen om het schoolexamen goed te kunnen maken.
Waar
Niet waar
Slide 35 - Poll
Wat is jouw kennis over de lesstof van politiek ?
😒🙁😐🙂😃
Slide 36 - Poll
Ben je klaar voor het onderdeel pluriforme samenleving?
Ja, helemaal!
Ik moet nog een beetje leren.
Ik moet nog veel leren.
Ik heb de moed al opgegeven.
