Biologie H3 par. 4 Uitscheiding HSX

Thema 3.4 
Uitscheiding
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 3.4 
Uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies
  • Je kunt vertellen wat voor problemen (kunnen) ontstaan wanneer er iets niet goed functioneert.
  • Je weet een verschil tussen mannen en vrouwen m.b.t. het afvoeren van afvalstoffen.


Slide 2 - Tekstslide

Opfrissen
Even een paar vragen om op te frissen wat we de vorige lessen geleerd hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Welke afvalstof komt er vrij bij de verbranding in onze cellen?
A
Zuurstof
B
Koolstofdioxide
C
Glucose
D
Melkzuur

Slide 4 - Quizvraag

Naast de nieren zijn er nog een paar organen die afvalstoffen van verbranding uitscheiden.
Wat is hier een voorbeeld van?
A
Longen
B
Maag
C
Darmen
D
Hart

Slide 5 - Quizvraag

Waarom hebben we een poortader?
(bloed dat van de darmen naar de lever gaat)?

Slide 6 - Open vraag

Start 3.4
Uitscheiden

Slide 7 - Tekstslide

Afval in het lichaam
In het bloed zit veel afval:
  • Koolstofdioxide (CO2)
  • Overtollige voedingsstoffen
  • Overtollige zouten
  • Overtollig water
  • Schadelijke stoffen (bijv. alcohol en medicijnen)
  • Dode ziekteverwekkers 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Uitscheidingsorganen
Longen:
- water en koolstofdioxide

Lever:
- schadelijke stoffen, overtollige voedingsstoffen      

Zweetklieren (huid):
- water en zout

Nieren:
- water, zouten en afvalstoffen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Werking van de nieren
Afvalstoffen uit het bloed halen (zoals zouten) = uitscheiden

  • Niermerg en nierschors maken hier urine van.
  • Urine wordt verzameld in de nierbekkens.
  • Daarna gaat urine naar de blaas.

Slide 12 - Tekstslide

Filteren door nieren
  • Iedere dag 200 liter vocht
  • 99% komt weer terug in de bloedsomloop
  • Vocht te kort -> donkere urine
  • Veel drinken --> urine licht van kleur
  • Je blaas kan 0,5-0,8 L urine opslaan

Slide 13 - Tekstslide

Nieren filteren per dag 200 liter vocht. 99% daarvan komt terug in de bloedsomloop. Hoeveel vocht plassen wij per dag uit?

Slide 14 - Open vraag

Weg van urine
Filteren: in nierschors en niermerg.

Urinewegen:
Nierbekken --> urineleiders --> urineblaas --> urinebuis

Slide 15 - Tekstslide

Verschil lengte urinebuis man en vrouw

Slide 16 - Tekstslide

Wat zou er gebeuren als wij geen blaas zouden hebben?
A
Zouden we niet kunnen plassen
B
Zouden we ons bloed niet kunnen filteren
C
Zouden we continu plassen
D
Zouden we langer onze plas kunnen ophouden

Slide 17 - Quizvraag

Resumerend
De lesdoelen waren:
  • Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt vertellen wat voor problemen (kunnen) ontstaan wanneer er iets niet goed functioneert.
  • Je weet een verschil tussen mannen en vrouwen m.b.t. het afvoeren van afvalstoffen.
Doelen bereikt?

Slide 18 - Tekstslide

EINDE

Slide 19 - Tekstslide