Weerkunde - Hoofstuk 1: Weervoorspelling

Onderwerpen
Weerkaarten: fronten, ontwikkeling van depressies
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
natuurkundeHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Onderwerpen
Weerkaarten: fronten, ontwikkeling van depressies

Slide 1 - Tekstslide

Sleep de juiste beschrijving naar de passende grootheid
Temperatuur T
Relatieve vochtigheid r
Luchtdruk p
Isobaar
1. De ... met als eenheid ℃ of K. De ... wordt gemeten met een thermometer.
2. De ... met als eenheid Pa of mbar. De ... wordt gemeten met een barometer.
3. Punten met gelijke luchtdruk heten ... en de lijn die deze punten verbindt wordt ook zo genoemd.
4. De ... is de hoeveelheid waterdamp in een luchtvolume als fractie van de maximaal mogelijke hoeveelheid waterdamp in dat luchtvolume (bij de heersende temperatuur), uitgedrukt in procenten. Voor normaal gebruik volstaat meting van deze grootheid met een haarhygrometer.

Slide 2 - Sleepvraag

Sleep de juiste beschrijving naar de passende grootheid
Rug
Trog
Luchtdichtheid ρ
Windsnelheid w
Front
1. De ... met als eenheid m/s (of soms windsterkte met als eenheid Beaufort) en windrichting (in graden ten opzichte van noord). Een meter om de ... te bepalen heet een anemometer en een windrichtingmeter een windvaan.
2. De ... met als eenheid  kg/m^3. De ... wordt niet rechtstreeks gemeten, maar is met de algemene gaswet te berekenen uit de temperatuur en de luchtdruk.
3. Een ... is een scheidingslijn (in drie dimensies: vlakken) tussen luchtsoorten met een verschillende temperatuur
4. Een ... is een uitgerekt gebied van lage druk, waarbij de kromming van de isobaren "cyclonaal" is. Op de weerkaart wordt het afgebeeld als een aantal korte niet-doorgetrokken blauwe lijnen.
5. Een ... is een uitgerkt gebied van hoge druk, met anticyclonale kromming van de isobaren.

Slide 3 - Sleepvraag

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

a) Bij elke isobaar is de druk genoteerd. In welke eenheid wordt de druk op de kaart genoteerd?

Slide 4 - Open vraag

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

b) Hoeveel verschil zit er tussen twee opvolgende isobaren?

Slide 5 - Open vraag

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

c) Wat valt je op als je naar het hoge en lage drukgebied kijkt? Tip: dit wordt op de weerkaart met een H en een L weer gegeven.

Slide 6 - Open vraag

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

d) Welk verband verwacht je tussen de windsnelheid en de afstand tussen de isobaren?

Slide 7 - Open vraag

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

e) Hoe kan je de windrichting aflezen?

Slide 8 - Open vraag

Fronten
Lucht is een goede isolator stijgende lucht mengt nauwelijks met de omringende lucht. Ook luchtsoorten met verschillende eigenschappen mengen slecht. Waar koude lucht op warme botst (of warme op koude) ontstaat een front. Het verschil in temperatuur tussen koude en warme lucht zorgt voor een verschil in dichtheid. De koudere lucht is zwaarder en zal zich over het aardoppervlak onder de warmere lucht uitbreiden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

We onderscheiden verschillende typen fronten: 

Slide 11 - Tekstslide

(1)    koufronten, aangeduid door  blauwe lijnen met driehoekjes; de driehoekjes wijzen in de richting waarin het front beweegt. Achter het front ligt koude lucht, voor het front is de lucht warmer. Een koufront voert dus koude lucht aan.  

Slide 12 - Tekstslide

(2)    warmtefronten, aangeduid door rode lijnen met halve bolletjes, die wijzen in de richting waarin het front beweegt. De warme lucht ligt achter het front en een warmtefront voert dus warme lucht aan. 

Slide 13 - Tekstslide

(3)    occlusiefronten, paarse lijnen met zowel driehoekjes als bolletjes. Bij een occlusiefront heeft een koufront een warmtefront ingehaald: aan beide zijden is de lucht koud, maar meestal wat kouder aan de achterkant.

Slide 14 - Tekstslide

(4) stationaire fronten, die op hun plaats blijven en door een afwisselend rode en blauwe lijn worden aangegeven met de driehoekjes en bolletjes aan weerszijden. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kijk naar de weerkaart en beantwoord de volgende vraag:

https://www.knmi.nl/nederland-nu/weer/waarschuwingen-en-verwachtingen/weerkaarten

Maak een schets van de weerkaart en geef m.b.v. van pijlen aan in welke de fronten bewegen.

Slide 17 - Open vraag

Troggen
Troggen gaan vaak gepaard met buienlijnen en zijn daarom voor de weersverwachting interessant. Zo’n buienlijn is op de foto in figuur 4 goed te zien. Troggen komen vaak voor aan de achterzijde van een depressie, achter het koufront. Uiteraard zijn deze troggen niet altijd zo goed ontwikkeld als in de situatie van figuur 4.    

Slide 18 - Tekstslide

De blauwe lijn is een trog, de rode lijnen zijn rug-assen (Bron: DWD).

Slide 19 - Tekstslide


Klik op de volgende link en lees het artikel:

https://www.buienradar.nl/nederland/weerbericht/blog/wat-is-een-trog-3e603c

a) schets in ongeveer drie plaatjes stap voor stap hoe een trog ontstaat.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat veroorzaakt volgens het filmpje de luchtstromen op aarde?

Slide 24 - Open vraag

Hoe is in de afbeelding de storing weergegeven?

Slide 25 - Open vraag

Het gebied tussen kou- en warmtefront noemen we de warme sector omdat de lucht hier warmer is (de warme sector bevindt zich immers aan de zuidkant van het poolfront).

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Hoe ontstaat een depressie?

Slide 28 - Open vraag

1. Aan weerszijden van de occlusie zijn er geen of weinig temperatuurverschillen meer.
2. De depressie lost op doordat er lucht naar de kern stroomt.
3. Als het koufront het warmtefront inhaalt ontstaat er een occlusiefront.
4. De depressie begint als een knik in het front. Vervolgens wordt de depressie uitgediept.

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Huiswerk
Opgave 6ab, 8, 9, 22, 23

Slide 33 - Tekstslide