b) Door een eenvoudig experiment kun je dat zelf nagaan.
• Adem diep in en probeer je adem zo lang mogelijk in te houden. Houd de tijd bij.
• Noteer hoelang je je adem in kon houden.
• Wacht een paar minuten tot je weer op adem bent gekomen.
• Adem nu vijf keer normaal in, maar zo ver mogelijk uit.
• Adem nu weer diep in en houd je adem in. Houd de tijd bij.
• Noteer hoelang je nu je adem in kon houden.
• Vergelijk de twee tijden die je hebt opgeschreven.
Toen je de tweede keer je adem inhield, duurde het waarschijnlijk langer voor je het benauwd kreeg. Leg uit hoe dat komt.