§1.5 Nederland: winnaars en verliezers

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Weekplanning
Week 40
Week 41
Week 42
Week 43
Week 44

Week 45

Week 46
S.O.
§1 t/m §3
H1 §4

H1 §5
Herfstvakantie
Proeftoets 
§1 t/m §5
Toetsweek

Rep H1
H2 §1

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 3.
Wat zijn de leerdoelen?
Tekst-video-samenvatting.

*Agenda vandaag

1. Huiswerk bespreken
paragraaf 1.4

2. Aantekening 1.5 (deel 1)


Volgende les geen huiswerk.

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen par. 1.5
Je weet welke factoren verklaren waarom de regio Eindhoven zich heeft ontwikkeld tot een brainport.
Je begrijpt waarom Oost-Groningen tot de armste regio’s van Nederland behoort en Eindhoven tot de succesvolste.
Je kunt beoordelen of Nederland gebaat is bij een meer gesloten of meer open wereldeconomie.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik par. 3: Wat is GEEN interne oorzaak voor de mate van ontwikkeling van een land?
A
Aanwezigheid natuurlijke hulpbronnen.
B
De ligging van een land.
C
Een koloniaal verleden.
D
De manier waarop een land wordt bestuurd.

Slide 6 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties. Sleep de gele blokjes naar de rode.
I. Communisme
II. Dictatuur
III. Kapitalisme
A. Bestuur van een land waarbij een persoon alle macht heeft. 
B. Politiek en economisch systeem in een land, waarbij gestreefd wordt naar zoveel mogelijk winst.
C. Politiek en economisch systeem in een land waarbij gestreefd wordt naar zoveel mogelijk gelijkheid.

Slide 7 - Sleepvraag

Leg uit wat een exploitatiekolonie is.

Slide 8 - Open vraag

Stelling 1: Grote sociale ongelijkheid kan leiden tot ernstige onrust in een land.
Stelling 2: In arme landen neemt de bevolking toe en rijke landen neemt de bevolkingsgroei af.
A
Stelling 1: waar. Stelling 2: waar.
B
Stelling 1: waar. Stelling 2: niet waar.
C
Stelling 1: niet waar. Stelling 2: waar.
D
Stelling 1: niet waar. Stelling 2: niet waar.

Slide 9 - Quizvraag

Positie in de wereld.
Wat zou dit betekenen?

Slide 10 - Tekstslide

Positie in de wereld van Nederland.

  • Globaliseringsindex = hierin kun je aflezen hoe sterk een land verbonden is met het buitenland.
  • Conclusie: Nederland is in zeer hoge mate verbonden met het buitenland.
  • In Nederland veel innovatieve ( vernieuwende ) hightechbedrijven.



Slide 11 - Tekstslide

Hoe komt het dat Nederland zo hoog in de globaliseringsindex staat?
- Hoogwaardige maakindustrie
- Open en sterk op het buitenland gerichte economie
- Veel vernieuwende hightechbedrijven, zoals Eindhoven (Brainport).

Slide 12 - Tekstslide

Welk gebied valt jullie op en waarom? (tip:lees de legenda).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Eindhoven, de slimste
Brainport een gebied met veel kennis, waar Philips, DAF en ASML zijn 
gevestigd.

Vestigingsfactoren spelen hierbij een rol:
  • De aanwezigheid van bedrijven die elkaar aanvullen en ondersteunen.
  • Goed opgeleide (technische) beroepsbevolking. IN deze regio is een hechte samenwerking tussen het bedrijfsleven en de wetenschap, gesteund door de overheid.
  • De nabijheid van de interessante afzetmarkten. In een straal van 150 km rond Eindhoven wonen mensen met een bovengemiddeld inkomen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Weekplanning
Week 40
Week 41
Week 42
Week 43
Week 44

Week 45

Week 46
S.O.
§1 t/m §3
H1 §4

H1 §5
Herfstvakantie
Proeftoets 
§1 t/m §5
Toetsweek

Rep H1
H2 §1

Slide 18 - Tekstslide

Herhaling paragraaf 3.
Wat zijn de leerdoelen?
Tekst-video-samenvatting.

*Agenda vandaag

1. Huiswerk bespreken
paragraaf 1.4

2. Aantekening 1.5 (deel 1)


Volgende les geen huiswerk.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de globaliseringsindex?
A
Hoever de globalisering tussen landen plaatsvindt
B
Hoe sterk een land verbonden is met de wereld
C
Hoe sterk een land verbonden is met het buitenland
D
Hoe sterk een land verbonden is met de handel binnen haar eigen land

Slide 20 - Quizvraag

Wat is GEEN gunstige vestigingsfactor voor een bedrijf in de Brainport Eindhoven?
A
Woningaanbod.
B
Aanwezigheid andere bedrijven.
C
Een afzetmarkt.
D
De opleidingsgraad van de bevolking.

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de bronnen. Geef twee manieren
waarop de aanwezigheid van de ‘brainport’
een impuls geeft aan de regionale economie
van Zuidoost-Brabant.

Slide 22 - Open vraag

Herhaling paragraaf 3.
Wat zijn de leerdoelen?
Tekst-video-samenvatting.

*Weet je nog paragraaf 3? 
*Bespreken paragraaf 4: Nederland;  winnaars en verliezers.
*Positie in de wereld.
*Eindhoven de slimste.
* Oost Groningen, krimpgebied met mogelijkheden.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Oost-Groningen, krimpgebied met mogelijkheden.
  • Oost-Groningen is een van de armste delen van Nederland. Lang is het gebied op de landbouw gericht.
  • In Nederland is er juist veel hoogwaardige dienstverlening (advieskantoren, banken, hbo/universiteiten). --> Oost-Groningen vindt het moeilijk om hier aan te haken.

  • Vanaf de jaren '60 krijgt dit gebied steun van de overheid:
- Regionaal ontwikkelingsbeleid = extra ondersteuning vanuit Den Haag of de EU voor achterblijvende gebieden. In Groningen deze ze dit door overheidsdiensten naar dit gebied te sturen. --> Het doel was: zorgen voor meer werkgelegenheid en inwoners in Groningen. 


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Kenmerken: Oost Groningen
- traditioneel landbouw gebied
- ongunstige ligging, ver weg van economische kerngebieden
- jongeren trekken weg 
- voorzieningen sluiten

-> bevolking krimpt en vergrijst

Slide 28 - Tekstslide

Kansen voor Oost-Groningen
  • De leefomgeving: dit gebied geeft rust en ruimte en je woont er goedkoop.
  • Het energiebeleid: het landschap in dit gebied is geschikt voor het opwekken van duurzame energiebronnen, zoals: windenergie, zonne-energie.
  • Overheidsbemoeienis: de overheid gaat in dit aardbevingen getroffen gebied investeren.
De toekomst gaat uitwijzen of Oost-Groningen gaat de krimp weet om te zetten naar een groei in de bevolking.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag!
* Lees bladzijde 16 en 17 van het leerboek nog eens door.
* Maak zelf een samenvatting 
*opdrachten uit het werkboek blz. 20-21 (huiswerk)
* Kun je de leerdoelen beantwoorden?!
* Vul de begrippenlijst aan
* Neem de lesson-up nog een keer door en maak aantekeningen.

* Voorbereiden toets H1: wereldeconomie: winnaars en verliezers paragraaf  1 t/m 4 en vaardigheden grafieken.

Slide 32 - Tekstslide

Atlas-opdracht :
Bekijk GB 49 ( 55-ste editie ).
 

Welke kaarten geven de oorzaken en welke kaart geeft het gevolg van de negatieve bevolkingsontwikkeling  weer in Nederland? Leg je antwoord uit.


Antwoord
Kaart 49AenB geven de bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding aan en geven hiermee ook een verklaring/oorzaak aan voor hoe de bevolking groeit, want minder inwoners in een gebied, ook minder groei.
Kaart 49D geeft de verwachting/gevolg aan van de bevolkingsgroei, vanwege de prognose.

Slide 33 - Tekstslide