Pubquiz Marketing Drenthe

Drèentse Pubquiz
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBeroepsopleiding

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Drèentse Pubquiz

Slide 1 - Tekstslide

Wel bin ik?
Renate Snoeijing
Directeur Huus van de Taol

Slide 2 - Tekstslide

De Drèentse taol

Slide 3 - Tekstslide

De Drèentse taol

Slide 4 - Tekstslide

De Drèentse taol

Slide 5 - Tekstslide

De Drèentse pubquiz
Bi'j der klaor veur?

Slide 6 - Tekstslide

Het Drèents stamt of van het
A
Hollands
B
West-Germaans
C
Nederlands
D
Scandinavisch

Slide 7 - Quizvraag

Deur wat veur zaand fietste Daniël Lohues in het liedtie 'Op fietse'?

Slide 8 - Open vraag

In welk jaor weur het Nedersaksisch officieel erkend as minderheidstaol in Nederlaand?
A
1950
B
1981
C
1996
D
2018

Slide 9 - Quizvraag

Hoe het oeze gedippeteerde van cultuur?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het Drèentse woord veur 'meisje'?
A
Main
B
Maagie
C
Wichie
D
Meisie

Slide 11 - Quizvraag

Wat betiekent 'bossem'?
A
Bezem
B
Boezem
C
Schoorsteenmantel
D
Bospad

Slide 12 - Quizvraag

Langs beekies en langs bossen
Witte wieven boven 't ven
Ik neem je met mij met
Ik neem je overal met hen
Ik laot je zien hoe mooi of het hier is
A
Daniël Lohues
B
Martijje
C
Leon Moorman
D
Isa Zwart

Slide 13 - Quizvraag

Hoeveul hoofdvarianten kent het Drèents?

Slide 14 - Open vraag

'Ik gao de sik verzetten'
A
Ik ga mijn baard scheren
B
Ik ga plassen
C
Ik ga de geit op stal zetten
D
Ik ga de geit in een andere wei zetten

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een 'iepertie'?
A
Jong vogeltje
B
Dun boompje
C
Veldmuisje
D
Klein, tenger meisje

Slide 16 - Quizvraag

'Gien poes meer hebben'
A
Buiten adem zijn
B
Je kat is overleden
C
Je puist is uitgeknepen
D
De poesta-saus is op

Slide 17 - Quizvraag

Dit lek een Nederlands woord te weden, maor wat is de betiekenis van het Drèentse 'stoet'

Slide 18 - Open vraag


A
Suze Sanders
B
Ria Westerhuis
C
Jessica Bonnema
D
Marga Kool

Slide 19 - Quizvraag

Dit lek een Nederlands woord te weden, maor wat is de Drèentse betiekenis van 'botter'

Slide 20 - Open vraag


A
Hans Heyting
B
Roel Reijntjes
C
Anne Doornbos
D
Louis Albert Roessingh

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse betiekenis van 'tweilocht'?

Slide 22 - Open vraag

Hoe schrief ie 'Hoogeveen' in het Drèents?
A
Hogevien
B
Hoogeven
C
't Oveine
D
't Hogeveine

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een 'drietbuul'?
A
Vuilniszak
B
Bangerik
C
Kruidenbuiltje
D
Drijfhout

Slide 24 - Quizvraag


A
Martijje
B
Margaretha Kleine
C
Ria Westerhuis
D
Leny Hamminga

Slide 25 - Quizvraag

Wat is een 'nakend wiefie'?
A
Een blote vrouw
B
Een krokus
C
Een vrouw zonder make-up
D
Een sneeuwklokje

Slide 26 - Quizvraag

Hoe het de Drèentstaolige podcast van het Huus van de Taol & RTV Drenthe?
A
Hier kuj Drents praoten
B
Praot Drents met mij
C
Wies met Drents
D
I love Drents

Slide 27 - Quizvraag

Wat ziew hier?
A
Hondtong
B
Doezendschoon
C
Brummels
D
Toezebolle

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een 'zunnehondtien'?
A
Golden Retriever
B
Zeehond
C
Hyena
D
Lieveheersbeestje

Slide 29 - Quizvraag

Welke variant heurt NIET bij het Nedersaksisch?
A
Twents
B
Stellingwarfs
C
Urkers
D
Nimweegs

Slide 30 - Quizvraag

In het Drèents wordt de 'ij' vaak een 'ie', maor niet altied. Welk woord is fout?
A
liem
B
kieken
C
boerderie
D
spiekers

Slide 31 - Quizvraag

't Kun minder.
Wat bedoelt een Drent daormet?
A
Het is niet genoeg
B
Het gaat goed
C
Het was slecht
D
Het gaat slecht

Slide 32 - Quizvraag

Kuj 't even wachten?
Wat betiekent dit?
A
Wil je hier even wachten?
B
Wil je op me wachten?
C
Heb je pauze?
D
Heb je even tijd?

Slide 33 - Quizvraag

Er staan twee dikke auto's bij ons op de dam.

Slide 34 - Open vraag

Van de dielnimmers an cursussen van het Huus van de Taol is
hoeveul % nei-Drent?
A
20
B
40
C
60
D
80

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het juuste Drèentse woord veur 'aap'?
A
Aap
B
Aep
C
Aobe
D
Aop

Slide 36 - Quizvraag

'Zie is zo mooi, zo mooi is der gienien'

Slide 37 - Open vraag

Loeksham
A
Oosterhesselen
B
Lieveren
C
Dwingeloo
D
Wilhelmsoord

Slide 38 - Quizvraag

As iene löp te 'zievern', wat döt e dan?
A
Stotteren
B
Kwijlen
C
Huppelen
D
Rekenen

Slide 39 - Quizvraag

De Goorns
A
tuintje
B
vuilnisbelt
C
garen
D
familielid van Gordon

Slide 40 - Quizvraag

Naor welke Drèentse plaots is de 'Oringerbrink' nuumd?

Slide 41 - Open vraag

Aj een grote 'gaffel' hebt, wat hej dan of wat bi'j dan?
A
Grote neus
B
Zwaar geschapen
C
Grote mond
D
Flinke bos hout voor de deur

Slide 42 - Quizvraag

Wat is een 'pokkel'?
A
Meisje
B
Buik
C
Tas
D
Fiets

Slide 43 - Quizvraag

Wat betiekent 'krang'?
A
Chagrijnig
B
Vies
C
Binnenstebuiten
D
Boos

Slide 44 - Quizvraag

Vul 3x hetzölfde woord in op de stippies:
.....körst
.....haspel
krinten.....

Slide 45 - Open vraag

Wat is de Drèentse benaming van 'Roderwolde'?

Slide 46 - Open vraag

'De Tip'
A
Vierkant perceel
B
Puntig perceel
C
Lang perceel
D
Nat perceel

Slide 47 - Quizvraag

'De strubben'
A
Veenachtig gebied
B
Hoger liggend gebied
C
Laaggelegen weilanden
D
Lage eikenstruiken

Slide 48 - Quizvraag

'Ik heb een hart van staal en thuus is een magneet'

Slide 49 - Open vraag

Meer Drèents?

Slide 50 - Tekstslide