Aantekening H19

Wat weet je over beleggen?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je over beleggen?

Slide 1 - Woordweb

Wat is beleggen?

Slide 2 - Open vraag

Wat is beleggen?
Beleggen is het kopen van bv aandelen en obligaties om daar een rendement mee te behalen.
(NB: beleggen is niet hetzelfde als investeren)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een aandeel (van een bedrijf)?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een aandeel?
Een waardepapier dat je voor een bepaald deel eigenaar maakt in een bedrijf.  

Slide 5 - Tekstslide

Welke redenen heeft men om een aandeel te kopen?

Slide 6 - Open vraag

Welke redenen heeft men om een aandeel te kopen?
Het behalen van rendement:
- Als het bedrijf winst maakt en besluit om een deel van de winst uit te keren aan de eigenaren, dan ontvang je dat als dividend.
- Je kunt een aandeel tegen een hogere waarde verkopen dan de aanschafwaarde.

Het verkrijgen van zeggenschap binnen het bedrijf.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een obligatie?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een obligatie?
Een lening aan een overheid of bedrijf met een bepaalde looptijd. Het is een waardepapier dat verhandelbaar is.

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier kun je rendement behalen door te beleggen in obligaties?

Slide 10 - Open vraag

Op welke manier kun je rendement behalen door te beleggen in obligaties?
Je krijgt jaarlijks rente over het uitgeleende geld.

De obligatie zelf kan meer of minder waard worden.

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen aandelen en obligaties?

Slide 12 - Open vraag

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen aandelen en obligaties?
1. Een aandeel maakt je eigenaar van een bedrijf en als je een obligatie bezit heb je slechts geld uitgeleend aan het bedrijf (of het land)

2.  Een obligatie is minder risicovol maar het gemiddelde rendement op een obligatie is dan ook lager dan bij een aandeel.

Slide 13 - Tekstslide

Welk verband bestaat er tussen de hoogte van de marktrente en de waarde van een obligatie? Motiveer je antwoord.

Slide 14 - Open vraag

Welk verband bestaat er tussen de hoogte van de marktrente en de waarde van een obligatie? Motiveer je antwoord.
1. Hoe hoger de marktrente, hoe lager de contante waarde van de obligatie. Dus een negatief verband. Kijk eens naar het volgende voorbeeld waarin de contante waarde wordt berekend van een net aangekochte Nederlandse staatsobligatie van 1000 euro met een looptijd van drie jaar en een rente van 2%.
20 / 1,02 + 20/ 1,02^2 + 1020 / 1,02^3 = 1000 euro

Als de marktrente verandert dan verandert de contante waarde van de obligatie ook! Stel dat de marktrente stijgt naar 3 procent. (NB: de rente van de 'oude' obligatie blijft 2% en je krijgt dus elk jaar nog steeds maar 20 euro rente over deze obligatie)
20 / 1,03 + 20/ 1,03^2 + 1020 / 1,03^3 = 971,71 euro


Slide 15 - Tekstslide

Welk verband bestaat er tussen de hoogte van de marktrente en de waarde van een obligatie? Motiveer je antwoord.

2. Als er een hogere marktrente is, dan is het nu mogelijk om nieuwe obligaties te kopen. Die obligaties hebben een hogere rente per jaar.

De oude obligaties worden minder aantrekkelijk en het aanbod van oude obligaties stijgt en de vraag naar oude obligaties daalt, waar door de prijs/waarde van de oude obligatie daalt.

Slide 16 - Tekstslide

Welke factoren bepalen de hoogte van marktrente?

Slide 17 - Open vraag

Welke factoren bepalen de hoogte van marktrente?
In principe bepaalt vraag vraag naar en aanbod van geld op de geldmarkt de rente. (zie aanbod en vraag diagram). De rente is voor aanbieders van geld een beloning voor uitstel van aankopen.

Hoeveel rente je uiteindelijk daadwerkelijk betaalt voor een lening is afhankelijk van:
-Hoe groot is de kans dat jij het geld aan het einde van de looptijd van de lening terug gaat betalen. (risico op wanbetaling)
-Het valutarisico
-De verwachte inflatie

De aanbieder van geld wil via de rente beloond worden voor het lopen van de drie bovenstaande risico's.

Slide 18 - Tekstslide