STRIJD
1 / 27
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
11. Wat is het voordeel van werken op 2 panelen?
Slide 5 - Open vraag
Abstract is
A
een voorstelling
B
een herkenbare voorstelling
C
zonder herkenbare voorstelling
D
een muzikale voorstelling
Slide 6 - Quizvraag
12.Welk deel van de voorstelling is het meest abstract
A
het vliegtuig want dat is een herkenbare voorstelling
B
de tekst Whaam want dat is geen afbeelding
C
de explosie want die bestaat uit kleurvlakken zonder duidelijke voorstelling
D
alles want je ziet niet wat het voorstelt
Slide 7 - Quizvraag
13. Noem 2 aspecten van de voorstelling die actie verbeelden.
Slide 8 - Open vraag
14. Waarom maak je schetsen? Noem 3 redenen.
Slide 9 - Open vraag
15. Noem twee verschillen tussen de schets en de zeefdruk
Slide 10 - Open vraag
16. Heeft Lichtenstein plagiaat = kopiëren van andermans werk, gepleegd?
Waarom wel of niet?
Waarom wel of niet?
Slide 11 - Open vraag
17. Hoe betrekt Lichtenstein de toeschouwer meer bij de voorstelling?
A
door de tekst kun je de explosie bijna horen
B
het vliegtuig is lager afgebeeld en zo dichter bij de toeschouwer
C
door de kleuren is de voorstelling heel realistisch
D
zijn afbeelding komt moderner over, dat past beter bij de toeschouwer
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
18. Noem 3 aspecten van de voorstelling die hetzelfde zijn.
Slide 15 - Open vraag
19. Noem 2 aspecten die het verschil tussen goed en kwaad benadrukken
Slide 16 - Open vraag
20. Waarom is het paard van opzij afgebeeld?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
licht schaduwwerking
atmosferisch perspectief
overlapping
verkleining
afsnijding
Slide 19 - Sleepvraag
Welke kenmerken van een affiche= poster, heeft deze afbeelding?
A
Grote titel en opvallende afbeelding
B
Gestileerde afbeelding en felle kleuren
C
Herkenbare afbeelding en realistische kleuren
D
Veel tekst en weinig beeld
Slide 20 - Quizvraag
Wat is dynamiek?
A
Rust
B
Kleurig
C
Rommelig
D
Beweging
Slide 21 - Quizvraag
Welk aspect van de vormgeving zorgt hier voor dynamiek?
A
Koele kleuren
B
Schuine richting in de compositie
C
Ruimte door overlapping
D
Lichtval
Slide 22 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Deze afbeelding is gestileerd
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
attribuut
kleurcontrast
monument
primaire kleuren
3-dimensionaal
Rood, geel en blauw
voorwerp
ruimtelijk beeld
gedenkteken voor historische gebeurtenis
tegenstelling in kleur bv. een warme kleur naast een koude kleur
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Tekstslide
Welk aspect van de voorstelling zorgt voor dreiging?
A
de kleuren
B
de houding en blik
C
de kleding
D
de vlag
Slide 26 - Quizvraag
Welk aspect van de vormgeving zorgt voor dreiging?
A
de kleuren
B
de houding en blik
C
de belichting
D
de ruimte
