In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Indeling van de (zaad)planten
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen T4B4&12
Uitleg T4B4&12
Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je moet het plantenrijk kunnen indelen in drie stammen. Van elke stam moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.
Je moet de stam van de zaadplanten kunnen indelen in twee groepen. Van elke groep moet je kenmerken en voorbeelden kunnen noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Welke organen heeft een plant?
Slide 4 - Woordweb
Het rijk van de planten
Het rijk van de planten kun je verder indelen in de volgende 3 stammen:
Wieren (algen)
Sporenplanten
Zaadplanten
De stam zaadplanten kun je verder indelen in de klasse:
Naaktzadige planten
Bedektzadige planten
Het rijk van de planten
Slide 5 - Tekstslide
Wieren (algen)
Wieren hebben geen wortels, stengels, bladeren en bloemen.
Ze halen minderalen uit het water waarin ze leven.
Wieren planten zich voort door deling.
Slide 6 - Tekstslide
Sporenplanten
Sporenplanten hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.
Voortplanting door:
Sporenhoopjes (varens)
Sporendoosjes (mossen)
Sporenvormende orgaantjes (paardenstaarten)
Slide 7 - Tekstslide
Zaadplanten
Zaadplanten hebben wortels, stengels, bladeren en bloemen.
Voortplanting vind plaats door middel van zaden. Bij naaktzadige liggen de zaden tussen de schubben van kegels en bij bedektzadige zitten de zaden in vruchten.