TGV - samenvatten

TGV - samenvatten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TGV - samenvatten

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Waarom samenvatten?
  • Je bent bezig met de stof, waardoor je al aan het leren bent.
  • Hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden.
  • Geeft overzicht.

Slide 3 - Tekstslide

Problemen?
  • Mijn samenvatting is (net zo) lang(er) als de originele tekst
  • Hoe weet ik wat belangrijk is?

Slide 4 - Tekstslide

Stappenplan

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: vóór het lezen
  • Kijk je globaal naar de tekst (kopjes, afbeeldingen).
  • Waarom?
  • Zo krijg je al een idee waar de  tekst over gaat.
  • Daarna bedenk je voor jezelf wat je al over het onderwerp van de tekst weet (voorkennis activeren).

Slide 6 - Tekstslide

Stap 2: lezen
  • Lees de hele tekst rustig door.
  • Lastige woorden zoek je op.
  • Begrijp je een stuk tekst niet? 
  • Dan lees je het stuk erboven of het stuk eronder en de tekst nog een keer door of vraag hulp!
  • Let op titel, kopjes, dikgedrukte woorden, plaatjes en bronnen.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 3: leerdoel
  • Belangrijk om te weten wat het leerdoel is.
  • Krijg je van je docent of vind je aan het begin van de tekst(en).
  • Het leerdoel vertelt je wat je moet kennen en kunnen voor de toets.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 4: structuur
  • Maak gebruik van de bestaande structuur van de tekst die je gaat samenvatten.
  • Titels, tussenkopjes, alinea's.
  • Neem de titel en tussenkopjes over in je samenvatting.
  • Vat de tekst vervolgens per stukje samen.

Slide 9 - Tekstslide

Samenvatting met de structuur van het boek

Slide 10 - Tekstslide

Bronnen
Tenzij je docent je expliciet zegt dat je een bron moet leren, hoef je dit niet samen te vatten (= bijzaak)

Tip: kijk je gemaakte opdracht bij de bron wel goed door.
Leervragen
In dit boek worden de belangrijkste leervragen genoteerd bij dit hoofdstuk / deze paragraaf.

Tip: neem ze op in je samenvatting en beantwoord ze! (=hoofdzaken)

Bij geschiedenis en aardrijkskunde worden ze ook wel de 'kennen en kunnen genoemd'.
Samenvatten met de structuur van de tekst
Gebruik dezelfde kopjes en vat hieronder belangrijkste zaken samen.

Tip: gebruik tekens om wat overzicht te krijgen, zoals:
--> (gevolg)
= (conclusie, uitkomst)
Etc.
Dikgedrukte woorden
Zijn begrippen waar je de definitie (=betekenis) van moet kennen.
Neem ze op in je samenvatting

Om begrippen te leren, kun je eventueel ook dezelfde strategie om woordjes te leren gebruiken (kaartjesmethode bijv.)

Slide 11 - Tekstslide

Stap 5: inzoomen
  • Zoek in elke alinea de signaalwoorden (zoals, ten eerste)
  • Neem de sleutelwoorden, kernzinnen en begrippen over in je samenvatting.
  • Sleutelwoorden = belangrijkste woorden in een tekst.

Slide 12 - Tekstslide

Hoofdzaken

Slide 13 - Woordweb

Bijzaken

Slide 14 - Woordweb

Stap 6: Hoofd en bijzaken
  • Hoofdzaken: de belangrijke zaken uit de tekst

  • Die moeten in je samenvatting komen!

Slide 15 - Tekstslide

Stap 6: Hoofd en bijzaken
De minder belangrijke zaken uit de tekst
  • Voorbeelden
  • Details


Deze laat je weg in je samenvatting!

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het doel van samenvatten?

Slide 17 - Open vraag

Stap 7: afkorten
  • korte zinnen
  • steekwoorden
  • afkortingen
  • opsommingen 
  • pijltjes
  • plaatjes
  • symbolen
  • zo min mogelijk voorbeelden 

Slide 18 - Tekstslide

Stap 8: controle
  • Neem je samenvatting nog eens goed door.
  • Logische volgorde?
  • Staat echt alles erin (leerdoel)?
  • Verbeteren indien nodig. 

Slide 19 - Tekstslide

Vragen?

Slide 20 - Open vraag