Herhaling les 13, 14 en 15

Herhaling les 13, 14 en 15
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling les 13, 14 en 15

Slide 1 - Tekstslide

Welke vormen van humor
ken je nog?

Slide 2 - Woordweb

Welke vorm van humor is dit?
A
Parodie
B
Satire
C
Cynisme
D
Absurde humor

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm van humor is dit?
A
Ironie
B
Taalhumor
C
Parodie
D
Satire

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Welke vorm van humor herken je hier?
A
Ironie
B
Absurde humor
C
Zware humor
D
Satire

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm van humor herken je hier?
A
Parodie
B
Sarcasme
C
Zware humor
D
Cynisme

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm van humor herken je hier?
A
Satire
B
Parodie
C
Sarcasme
D
Absurde humor

Slide 9 - Quizvraag

Les 14: professionele communicatie

Slide 10 - Tekstslide

Welke kenmerken had
deze 'professionele communicatie'?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent 'op staande voet'? Geef hier een duidelijker synoniem voor.

Slide 13 - Open vraag

Les 15: de geschiedenis 
van het Nederlands 

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken
van het Middelnederlands?

Slide 15 - Woordweb

Kenmerken
  • regionaal gekleurd
  • geen uniforme spelling: boos (boes, bose, bois)
  •  clisis: proclisis (darme man) - enclisis (gaedi - gaat hij)
  • naamvallen
  • tweeledige ontkenning

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de kenmerken
van het Nieuwnederlands?

Slide 17 - Woordweb

Kenmerken
  • naamvallen verdwijnen --> voorzetstels
  • eenledige ontkenning (<--> dialecten)
  • eenheidstaal en - spelling
  • tweeklanken / diftongen (wien en bruun --> wijn en bruin)

Slide 18 - Tekstslide

DIE CONINC Artur sat tenen male
Te Carlicen in zine sale



A
tweeledige ontkenning
B
naamval
C
enclisis
D
proclisis

Slide 19 - Quizvraag

Welk van deze woorden is een voorbeeld van 'enclisis'?
A
Vraye
B
Historie
C
Ende
D
Maghic

Slide 20 - Quizvraag

Dat en laet door niemen niet, gi en segt waer.
A
tweeledige ontkenning
B
naamval
C
enclisis
D
proclisis

Slide 21 - Quizvraag

Overal daert DBLOET es.
A
tweeledige ontkenning
B
naamval
C
enclisis
D
proclisis

Slide 22 - Quizvraag

Die ziele woent IN DEN LICHAME.
A
tweeledige ontkenning
B
naamval
C
enclisis
D
proclisis

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video