3TL Theme 2 lesson 5 - DOJ

This lesson
- lesson goal
-  grammar 5 negative questions 
- Small test (formatief) - Stones 
- slim stampen (grammar)
- Crossword herkansing
- Planner 


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

This lesson
- lesson goal
-  grammar 5 negative questions 
- Small test (formatief) - Stones 
- slim stampen (grammar)
- Crossword herkansing
- Planner 


Slide 1 - Tekstslide

Lesson goal
At the end of the lesson you can make a negative question.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 5 - negative questions
Wanneer?
- als je om bevestiging vraagt:
             Isn't he your cousin?
- om ergernis uit te drukken
             Don't you ever listen to what I say?
- om ongeloof uit te drukken
             Didn't the alarm go off when he stole the car?

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 5 - negative questions
Ontkennende vraag met to be:
Als er een vorm van 'to be'  (am-are-is-was-were) in de zin staat, zet je die vooraan de ontkennende vraag, gevolgd door not (n't).

Aren't you happy to see me?
Isn't she your aunt?

Slide 4 - Tekstslide

Grammar 5 - negative questions
Ontkennende vraag met have got / has got / can
Als er een have got / has got of can in de zin staat, 
zet je have/has/can vooraan de ontkennende vraag,
gevolgd door not (n't).

Hasn't he got a daughter?
Can't he come tonight?

Slide 5 - Tekstslide

Grammar 5 - negative questions
Overige ontkennende vragen:    don't - doesn't - didn't
1. You like English - Don't you like English?

2. He likes Kelly - Doesn't he like Kelly?

3. He wrote a letter - Didn't he write a letter?

Slide 6 - Tekstslide

Grammar 5 - negative questions
Let op!!
Bij have of has ZONDER GOT erbij, gebruik je ook don't of doesn't om een ontkennende vraag te maken!

1. They have 2 cars - Don't they have 2 cars?

2. She has a boyfriend - Doesn't she have a boyfriend?

Slide 7 - Tekstslide

Look back at the lesson goal


At the end of the lesson you can make a negative question.

Slide 8 - Tekstslide

Make a negative question:
He has got 2 sisters.

Slide 9 - Open vraag

Make a negative question:
He has 2 brothers.

Slide 10 - Open vraag

Make a negative question:
He can play the piano.

Slide 11 - Open vraag

Time to work  ..
- SO (crossword). Onvoldoende? Vandaag weer proberen (zelfde normering. Weer onvoldoende? Strengere normering)

- Small test stones maken (kies er 6 uit: 3 met boek en 3 zonder boek)
- Slim stampen 4 (minimaal 70 %). Klaar? slim stampen 6.
- Eind van de les wil ik de planner zien. 
- Planner, below the arrow (roze deel): Wouter, Mus, Niek, Pippi, Noek, Sanne, Mariam, Matthieu moeten dit nog inleveren (g.eidhof@piusx.nl).

Slide 12 - Tekstslide

Look forward:
Morgen start nieuw hoofdstuk.

Mensen die de formatieve toetsen niet gehaald hebben doen deze opnieuw (net zo lang tot het voldoende is):
- crossword (voldoende)
- stones small test (minimaal 6 goed)
- slim stampen 4 (minimaal 70%)

Slide 13 - Tekstslide