TL Hoofdstuk 13.1 Geluidsbronnen deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Pak je schrift, pen & rekenmachine en ga in de kring zitten.

H13 Geluid

Leerdoelen 13.1

1.  Je kunt uitleggen hoe het geluid van een geluidsbron bij je oren komt.
   
2. Je kunt uitleggen hoe de conus van een luidspreker in trilling wordt gebracht.
   
3. Je kunt berekeningen uitvoeren met de geluidssnelheid, de tijd en de afstand.
   
4. Je kunt uitleggen waarom je een echo iets later hoort dan het directe geluid.
   
5. Je kunt toelichten hoe je met een echolood de diepte van de zee kunt bepalen.

Alles wat geluid maakt, noem je een geluidsbron.

1. waar
2. niet waar

Geluid in de ruimte
Hoe klinkt het geluid van de gitaar op de maan?

1. Hetzelfde als op aarde.
2. Zachter dan op aarde.
3. Je hoort de gitaar niet.
4. Hoger dan op aarde.

Een luidspreker is een geluidsbron.
Wat trilt er bij een luidspreker als hij geluid maakt?

1. de stembanden
2. de snaren
3. de conus
4. de klankkast

In een luidspreker zit een permanente magneet.

1. waar
2. niet waar

Wat is geluid?

1. Geluid is een trilling, een golf zoals licht
2. Geluid is energie
3. Geluid is een kracht
4. Geluid is een deeltje zoals water

De geluidssnelheid is het grootst in?

1. Vaste stoffen
2. Vloeistoffen
3. Gassen

Oefensommen

1. Het geluid van een helikopter doet er 15 seconden over om bij Pieters oor te komen. Wat is de afstand in km tussen de helikoper en het oor van Pieter?

 

2. De haan van boer Harm zit 20 meter van Harm vandaan. Hoelang doet het geluid erover om bij het oor van boer Harm te komen?

3. Hoeveel minuten is dat?

Gebruik het 5-stappenplan

Tussen het uitzenden van het geluid en het ontvangen van de echo zit 0,42 s. 

Hoe diep is de zee?

1. 72 m
2. 144 m
3. 317 m
4. 634 m

Huiswerk

H13, paragraaf 1

Opdrachten 1 t/m 10