Toetsopgave H2-2

Wat is geen schakel in de bedrijfskolom van een pizzeria?
A
graanboer
B
meelfabriek
C
supermarkt
D
kaasboer
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is geen schakel in de bedrijfskolom van een pizzeria?
A
graanboer
B
meelfabriek
C
supermarkt
D
kaasboer

Slide 1 - Quizvraag

Wat voor type investering is de aanschaf van meel en andere ingrediënten?
A
voorraadinvestering
B
uitbreidingsinvestering

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn investeringen
FOUT antwoord
Ergens geld in stoppen om er later geld mee te verdienen. 

Goed antwoord
Geld uitgegeven door een bedrijf voor de aanschaf van kapitaalgoederen met het doel om in de toekomst een hogere winst te behalen. 

Slide 3 - Tekstslide

type investeringen
breedte investering
Een investering waarbij de verhouding kapitaal en arbeid hetzelfde blijft. 

diepte investering
Een investering waarbij na de investering er minder arbeid nodig is voor dezelfde productie. 

Slide 4 - Tekstslide

Investeringen
Zowel breedte als diepte investeringen kunnen zowel uitbreidingsinvesteringen als vervangingsinvesteringen zijn. 
Voorraadinvesteringen zijn er om de voorraad producten op peil te brengen of te houden. 
Investeringen kunnen een inkomenseffect en een capaciteitseffect hebben. 

Slide 5 - Tekstslide

Overname cafetaria, 150.000 euro, financiering van 80% met banklening, 6% rente.

Wat zijn de financieringskosten.
A
90.000
B
72.000
C
7200
D
9000

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor soort investering is de aanschaf van brommertjes voor een pizzeria?
A
diepte investering
B
breedte investering
C
voorraadinvestering
D
uitbreidingsinvestering

Slide 7 - Quizvraag

opstellen resultatenrekening
algemeen: 
  • links staan alle kosten, rechts de opbrengsten
  • optelsom links en rechts moeten altijd gelijk zijn
  • je maakt links en rechts gelijk via verlies of winst

Slide 8 - Tekstslide

Alle gegevens
prijs per maaltijd: 5 euro
voorraad meel, olie, kaas, etc: 2000 euro
300 euro kasgeld
afzet: 20.000 maaltijden
variabele kosten per pizza: 2 euro
energiekosten zijn 2000 euro
afschrijvingen zijn 5000 euro per jaar
brommers kosten 3000 euro
overname: 150.000 euro, 80% financiering, 6% rente
5 werknemers, 4 uur per dag, 3 dagen per week, 50 weken, 4 euro per uur

Slide 9 - Tekstslide

rood = kosten, blauw = opbrengsten, geel = uitgaven
prijs per maaltijd: 5 euro
voorraad meel, olie, kaas, etc: 2000 euro
300 euro kasgeld
afzet: 20.000 maaltijden
variabele kosten per pizza: 2 euro
energiekosten zijn 2000 euro
afschrijvingen zijn 5000 euro per jaar
brommers kosten 3000 euro
overname: 150.000 euro, 80% financiering, 6% rente
5 werknemers, 4 uur per dag, 3 dagen per week, 50 weken, 4 euro per uur

Slide 10 - Tekstslide

werknemers pizzeria:
Elke scholier werkt 4 uur per dag, 3 dagen per week, 50 weken per jaar. Uurloon = 4 euro. 5 scholieren in dienst.
A
12.500 euro
B
13.000 euro
C
12.750 euro
D
12.000 euro

Slide 11 - Quizvraag

              Maak de resultatenrekening compleet.
kosten
opbrengsten
100.000
100.000
afschrijvingen 5.000
grondstoffen 40.000
energie 2.000
rente 7200
loon 12000
winst 33800
omzet 100000

Slide 12 - Sleepvraag

omzet = 100.000 euro
directe grondstoffen = 40.000 euro
afschrijvingen = 5.000 euro
A
bruto toegevoegde waarde = 100.000 euro
B
bruto toegevoegde waarde = 55.000 euro
C
bruto toegevoegde waarde =60.000 euro
D
bruto toegevoegde waarde = 80.000 euro

Slide 13 - Quizvraag

Is de pizzeria arbeidsintensief of kapitaalintensief?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 14 - Quizvraag

Noem de productie factoren die de eigenaren van Pizza Pronto leveren met korte toelichting.

Slide 15 - Open vraag

uitwerking
geleverde productiefactoren door de eigenaren van Pizza Pronto:

arbeid - want ze werken in het bedrijf mee
kapitaal - want ze steken hun spaargeld in het bedrijf
ondernemerschap - want ze leiden het bedrijf en nemen risico

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de toegevoegde waarde als optelsom van alle beloningen van de productiefactoren?
A
loon + rente 12.000 + 7.200
B
loon + rente + winst 12.000 + 7.200 + 33.800
C
winst 33.800
D
loon + winst 12.000 + 33.800

Slide 17 - Quizvraag