Oefentoets Economische ontwikkeling klas 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Oefentoets

Hoofdstuk 3

Economische ontwikkeling

Hoe heet de overgang van gemengde landbouw naar één soort landbouw?

1. intensivering
2. irrigatie
3. mechanisatie
4. specialisatie

De primaire sector (de landbouw) wordt kleiner in Nederland, maar produceert meer voedsel.
Hoe kan dat?

1. door het gebruik van kunstmest, irrigatie en mechanisatie
2. doordat het klimaat verandert, wat positief is voor de groei van de gewassen
3. doordat het verschil tussen arme en rijke boeren steeds groter wordt
4. doordat in laboratoria ook aan landbouw wordt gedaan

Welk begrip past het best bij de volgende omschrijving?
Gebruikmaken van kunstmest, machines en kunstmatige bevloeiing van akkers.

1. irrigatie
2. intensivering
3. mechanisatie
4. specialisatie

Gebruik bron 1.
In welk deel van Nederland zal niet snel hightech industrie gevestigd worden?

1. in het noorden van Nederland
2. in het oosten van Nederland
3. in het zuiden van Nederland
4. in het westen van Nederland

De primaire sector (of landbouw) wordt kleiner in Nederland.
Wat wordt kleiner aan de primaire sector?

1. de hoeveelheid gebruikte kunstmest
2. de hoeveelheid opbrengst
3. het aantal boerenbedrijven
4. het aantal dieren

Waarom is vertrouwen in de toekomst belangrijk voor economische groei?

1. dan gaat de overheid investeren in dure projecten
2. dan kopen mensen sneller producten en dat zorgt voor groei
3. dan weet je dat je de producten ook echt kunt gaan gebruiken
4. dan worden de inkomensverschillen tussen hoge en lage inkomens minder groot

Gebruik bron 2.
Welke conclusie kun je niet uit de gegevens in bron 2 trekken?

1. dat Nederlanders het meest verdienen in de dienstensector
2. dat Nederlanders meer in de dienstensector werken dan gemiddeld in de EU
3. dat Nederlanders minder in de industrie werken dan gemiddeld in de EU
4. dat Nederlanders minder in de landbouwsector werken dan gemiddeld in de EU

Economische groei zorgt voor meer groei.
Zet de nummers van de zinnen in de juiste volgorde.
1 Daardoor hebben mensen weer meer geld te besteden.
2 Dit leidt tot meer werkgelegenheid.
3 Economische groei zorgt ervoor dat mensen meer geld te besteden hebben.
4 Omdat er meer gekocht wordt, gaan bedrijven meer produceren.

1. 1-2-3-4
2. 2-3-4-1
3. 3-4-2-1
4. 4-1-2-3

Welk begrip is geen vestigingsfactor?

1. automatisering
2. arbeidsmarkt
3. infrastructuur
4. afzetmarkt

Gebruik bron 1.
Welke conclusie kun je niet uit de gegevens in bron 1 trekken?

1. dat Nederlanders het meest verdienen in de dienstensector
2. dat Nederlanders meer in de dienstensector werken dan gemiddeld in de EU
3. dat Nederlanders minder in de industrie werken dan gemiddeld in de EU
4. dat Nederlanders minder in de landbouwsector werken dan gemiddeld in de EU

Een SEZ is een zone waarin ...

1. buitenlandse bedrijven zich gunstig kunnen vestigen
2. er een eigen industrie wordt opgebouwd voor meer werkgelegenheid
3. boeren grootschalig aan landbouw kunnen gaan doen

Waarom zijn in China de Speciale Economische Zone's
vooral aan de oostkust gelegen?

1. Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
2. Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
3. Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
4. Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten

Wat is de beste omschrijving voor zware industrie?

1. In de zware industrie spelen vestigingsfactoren geen rol.
2. In de zware industrie worden half afgewerkte producten verwerkt tot kant-en-klare producten.
3. In de zware industrie worden veel grondstoffen verwerkt tot half afgewerkte producten.
4. In de zware industrie worden veel zware producten gemaakt.

Waarom is de Rotterdamse haven een gunstige locatie voor industrie?

1. omdat daar de grondstoffen en producten snel aan- en afgevoerd kunnen worden
2. omdat daar de regels soepel zijn voor de industrie
3. omdat daar veel hoogopgeleide mensen wonen
4. omdat daar veel water is waar machines mee gekoeld kunnen worden

Wat zijn multinationale ondernemingen?

1. bedrijven die met meerdere landen handelen
2. bedrijven die in verschillende landen vestigingen hebben
3. bedrijven waar de werknemers meerdere talen spreken
4. bedrijven waarvan de werknemers uit meerdere landen komen

In Nederland is de landbouw intensief

1. Waar
2. Niet waar

Halffabricaten worden gemaakt in de lichte industrie

1. waar
2. niet waar

Welke vestigingsfactor speelt GEEN rol in de industrie?

1. afzetmarkt
2. nabijheid andere bedrijven
3. persoonlijk contact
4. geschikt personeel

Kennis en ervaring spelen een grote rol in de

1. primaire sector
2. secundaire sector
3. tertiaire sector
4. geen van deze

In dichtbevolkte gebieden vind je vaak

1. Landbouw
2. Industrie
3. Diensten

Dit is ....

1. akkerbouw
2. veeteelt
3. bosbouw
4. tuinbouw

Wat hebben bedrijven nodig om te innoveren?

1. grondstoffen
2. goedkope werknemers
3. geschoolde werknemers
4. export

Venezuela exporteert bananen en importeert televisies. Venezuela heeft een ........ ruilvoet.

1. gunstige
2. ongunstige

Welke is GEEN productiefactor?

1. Arbeid
2. Kapitaal
3. Politiek
4. Natuur

Uit de bron blijkt dat je vanuit verschillende dimensies kunt kijken naar het onder water zetten van de Hedwigepolder. Bij de politieke dimensie gaat het erom dat de regering van Nederland en België afspraken hebben gemaakt. Leg op dezelfde manier uit hoe de andere drie dimensies in de bron naar voren komen. (demografische niet)