H8.5 Geluidsnelheid

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

leerdoelen

Ik kan rekenen met de geluidssnelheid

ik kan uitleggen hoe de echo werkt

ik kan rekenen met een echo

rekenen met de geluidssnelheid

geluidsnelheid in lucht is 343 m/s

geluidssnelheid in water is 1500 m/s

Hiermee kan je de afstand uitrekenen als je de tijd opmeet.

formule voor snelheid

afstand = snelheid x tijd

bereken de afstand

• Je ziet dat een man met een hamer op een paal in het land slaat. Pas later hoor je de klap.
  
• De tijd tussen het zien van de klap en het horen van de klap is 1,4 seconden. Hoe ver staat de man van je af?
  
• afstand = snelheid x tijd
• 343 m/s en de klap komt 1,4 seconden later, dus de afstand is 343 x 1,4 = 480,2 meter

bereken de tijd

• Je staat op 200 meter van een huis. Iemand doet de deur hard dicht. Hoe lang duurt het voor dat je dit hoort?
  
• geluidssnelheid = 343 m/s
• afstand is 200 meter
• t = s /v
• tijd = 200/343 = 0,58 s

Bereken de afstand

• Schip meet met echo hoe diep de zee is. De echo wordt na 0,020 s ontvangen.
• Hoe diep is de zee?
• geluidssnelheid in water is 1500 m/s           tijd= 0,020 s       
• afstand = snelheid x tijd
• 1500 x 0,020 = 30 meter, maar met echo legt het geluid de afstand 2 keer af, dus de diepte is 15 meter !!!!

Bereken de tijd

• een echoput is 56 m diep. Hoe lang duurt het totdat je de echo hoort?
• geluidssnelheid is 343 m/s
• t = s / v
• bij echo moet geluid de afstand 2 keer afleggen = 112 meter
• 112 / 343 = 0,327 s

Opdracht

Wat: maak opgave 90 t/m 98 en 101 t/m 104 van H8.5

Hoe: zelfstandig, overleggen mag

Tijd: tot einde les, anders huiswerk

Klaar: maak de andere opgaven van H8.5

rekenen met de geluidssnelheid

geluidsnelheid in lucht is 343 m/s

geluidssnelheid in water is 1500 m/s

Hiermee kan je de afstand uitrekenen als je de tijd opmeet.

formule voor snelheid

afstand = snelheid x tijd

s=v⋅t

Opdracht

Wat: maak opgave 101 t/m 105 van H8.5

Hoe: zelfstandig, overleggen mag

Tijd: tot einde les, anders huiswerk

Klaar: ga verder met lezen blz 160 en opgave 106 t/m 109