5.4 Voortplanten HA

5.4 Voortplanten
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.4 Voortplanten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4: Voortplanten
  1. Je kunt de delen van een bloem benoemen en hiervan een schematische tekening maken. (bloembodem, kelkbladeren, nectarkliertjes, kroonbladeren, stamper, meeldraden) 
  2. Je kunt van de delen van een bloem de kenmerken en functies noemen. 
  3. Je kunt in een schematische tekening de onderdelen van de meeldraad en stamper benoemen.  
  4. Je kunt het proces van bestuiving omschrijven. 
  5. Je kent de verschillen tussen bestuiving door de wind en door insecten. 
  6. Je kunt het proces van bevruchting uitleggen. (blz 111 leerboek en bron 7) 
  7. Je kent de verschillende manieren van het verspreiden van zaden 
  8. Je kunt de levenscyclus van een bonenplant omschrijven. 
  9. Je kunt uitleggen wat het stekken van een plant is. 

Slide 2 - Tekstslide

5.4 voortplanten
Een plant krijgt bloemen voor de voortplanting.
Dat betekent dat er nieuwe planten ontstaan.

Uit welke delen bestaat een bloem eigenlijk?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt de delen van een bloem benoemen en hiervan een schematische tekening maken. 
Hiernaast zie je de onderdelen van een bloem.
Deze onderdelen moet je kennen en ook weten wat de functie van elk onderdeel is

Op de volgende dia zie je een time laps film met verschillende bloemen

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Onderdelen van een bloem met de functie
Bloembodem: Hierop zitten andere delen van de bloem vast.
Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging, en beschadiging als de bloem in de knop zit.
Nectarkliertjes: Klieren onderin de bloem, die nectar maken= zoete stof die insecten eten.
Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
Stamper: middenin de bloem, is voor de voortplanting
Meeldraden: staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 6 - Tekstslide

Je kunt in een schematische tekening de onderdelen van de meeldraad en stamper benoemen.  

Slide 7 - Tekstslide

De stempel, stijl en het vruchtbeginsel samen heet de stamper. In het vruchtbeginsel zit een zaadbeginsels. In een zaadbegincel zit een eicel. 
Dit zijn de 'vrouwelijke geslachtsdelen' van de bloem! 

Slide 8 - Tekstslide

De helmknop en het helmdraad vormen samen de meeldraad

De stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen, te vergelijken met zaadcellen van mensen. 
Dit zijn dus de 'mannelijke geslachtsdelen'  van de bloem!

Slide 9 - Tekstslide

Bestuiving=
 "stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant"

Dit kan zijn eigen vrouwelijke deel zijn. (=zelfbestuiving)
Of het vrouwelijke deel van een andere bloem. (=kruisbestuiving)

Slide 10 - Tekstslide

Maken:
Zorg dat je de leerdoelen van 5.3 kent

Maken 5.4 opdracht 1 t/m 10. 

Slide 11 - Tekstslide

Bestuiving
Bestuiving gebeurt door insecten of.....


Slide 12 - Tekstslide

Bestuiving
Bestuiving gebeurt door door de wind

Het filmpje in de volgende dia laat zien hoe

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt het proces van bevruchting uitleggen. (blz 138 leerboek en bron 7) 
In de film in de volgende dia wordt de levenscyclus van een tomatenplant  zoals je deze in bron 7 hiernaast ziet uitgelegd.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe worden zaden verspreid?
Op 3 manieren:
1. Door de wind
2. Door dieren
3. Door de plant zelf

De volgende dia laat een filmpje zien waarin deze 3 manieren van zaadverspreiding verder worden uitgelegd. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Leerdoel:Je kunt de levenscyclus van een bonenplant omschrijven.
De levencyclus (kring van gebeurtenissen in vast volgorde) van een bonenplant in vier stappen:
1. ontkiemen, ontstaan nieuwe plant
2. groeien tot volwassenplant, ontstaan bloemen
3. ontstaan vruchten en zaden
4. zaden worden verspreid. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe lang duurt de levencyclus van een plant?
De levencyclus van een boon duurt één jaar: eenjarige plant.
Een tweejarige plant ontkiemt en groeit in het eerst jaar en bloeit en maakt zaden in het tweede jaar
Meerjarige planten ontkiemen in het voorjaar, bloeien in de zomer en vormen zaden in de herfst. Elk voorjaar lopen de planten weer uit. 
Houtachtige planten (bomen en stuiken) bloeien en maken zaden  jaarlijks

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk deze week:
Zorg dat je de leerdoelen van 5.3 kent

Maken: alle vragen van 5.4 

Slide 22 - Tekstslide