Haben, sein

Haben, sein
Grammatik
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Haben, sein
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 2 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's

Slide 3 - Tekstslide

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 4 - Sleepvraag

............... (Heb jij) Zeit für mich?

Slide 5 - Open vraag

Ich weiß nicht, was .... falsch gemacht ................ .(ik heb)

Slide 6 - Open vraag

(Ben jij).................. du müde?

Slide 7 - Open vraag

(Wij hebben) ............... unseren Eltern eine Karte geschrieben.

Slide 8 - Open vraag

Johann, wo..................(ben jij)?

Slide 9 - Open vraag

.............. (Bent u) schon wieder krank?

Slide 10 - Open vraag

(Ik ben) ........ jetzt vierzehn Jahre alt.

Slide 11 - Open vraag

.............. (Zijn jullie) froh, dass der Urlaub beginnt?

Slide 12 - Open vraag

(Hij heeft) ........... seine Oma schon lange nicht mehr gesehen.

Slide 13 - Open vraag

Es hat geregnet. Die Straße ........(is) nass.

Slide 14 - Open vraag

Warum ................ (zijn jullie) um acht Uhr weggegangen ?

Slide 15 - Open vraag

Das Baby .............. (heeft) einen schönen Namen. Nicht wahr?

Slide 16 - Open vraag

Der Kameramann ...............(is) ein netter Mann.

Slide 17 - Open vraag

Da, ................ (hebben wij) wieder mal Glück gehabt.

Slide 18 - Open vraag

Haben, sein
Grammatik

Slide 19 - Tekstslide