In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
timer
25:00
Slide 10 - Tekstslide
Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een pleidooi?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
De in tekst 17 beschreven zaak kwam voor de eerste keer voor de rechter.
Wat moet er (tweemaal) op de puntjes in tekst 17 worden ingevuld?
A
de Hoge Raad
B
de kantonrechter
C
de strafrechter
D
het gerechtshof
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Stel dat het Openbaar Ministerie de aangehouden personen in tekst 8 gaat vervolgen. Welke rechter moet deze zaken dan in eerste instantie behandelen?
A
gemeentelijke rechter
B
kantonrechter
C
rechter van het gerechtshof
D
strafrechter
Slide 15 - Quizvraag
Wie klaagt de verdachte aan?
A
de rechter
B
de verdachte
C
de advocaat
D
de officier van justitie
Slide 16 - Quizvraag
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Opening
Aanklacht
Verhoor van getuigen
Verhoor van verdachte
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord
Uitspraak
Slide 17 - Sleepvraag
Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een requisitoir?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier
Slide 18 - Quizvraag
Wie mogen vragen stellen tijdens de rechtszaak?
A
de rechter, de getuigen, het publiek, de advocaat
B
de rechter, de getuigen, de deskundigen, de advocaat
C
de rechter, de officier, de advocaat of de verdachte
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Wat moet op de puntjes in tekst 3 worden ingevuld?
A
(1) De rechtbank en
(2) de kantonrechter
B
(1) Het gerechtshof en (2) de rechtbank
C
(1) De Hoge Raad en
(2) de kantonrechter
D
(1) De Hoge Raad en
(2) het gerechtshof
Slide 21 - Quizvraag
Welke taak van de politie vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van de officier van justitie?
A
dienstverlening
B
hulpverlening
C
opsporing van strafbare feiten
D
preventie
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een taak van een advocaat tijdens de rechtszitting?
A
een pleidooi houden
B
een requisitoir houden
C
de dagvaarding voorlezen
D
voorlezen waar de verdachte van beschuldigd wordt
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Welke rol heeft de ik-figuur in de rechtszitting in tekst 2? de rol van
A
advocaat
B
medewerker van de reclassering
C
officier van justitie
D
rechter
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Tekst 3 is een Twitterbericht van de Rechtbank Overijssel. Hashtags (#) worden in Twitterberichten gebruikt om kort het onderwerp van het bericht weer te geven.
Welke hashtag (#) had er in plaats van #uitspraak ook bij dit bericht kunnen staan?
A
#laatste woord
B
#pleidooi
C
#requisitoir
D
#vonnis
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Tekstslide
Met welke personen of instellingen zullen de verdachten na de arrestatie in ieder geval te maken krijgen?
A
de officier van justitie en de Hoge Raad
B
de recherche van de politie en het gerechtshof
C
een advocaat en de kantonrechter
D
het Openbaar Ministerie en de strafrechter
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Welke instantie zal de rechtszaak over eerwraak van tekst 2 in hoger beroep behandelen?
A
de Hoge Raad
B
de sector kanton van de rechtbank
C
de strafsector van de rechtbank
D
het gerechtshof
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Tekstslide
Wie spreekt de tekst uit “Ik ben blij dat ….” in de derde tekening van strip 1?
A
de advocaat
B
de officier van justitie
C
de rechter
D
de getuige
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Tekstslide
Bij welke rechtbank of sector van de rechtbank zal deze zaak uit tekst 6 in hoger beroep worden behandeld?