In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
11.3 zwangerschap
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen hoe het kind in de baarmoeder zuurstof en voedingstoffen krijgt.
Slide 2 - Tekstslide
Herhaling:
Waar vindt de bevruchting plaats?
Welke route legt een zaadcel af tot hij bij een eicel komt?
Wat is bevruchting?
Wat is innesteling?
Voorbehoedsmiddelen, welke zijn er en hoe werken ze?
Slide 3 - Tekstslide
Vanaf wanneer heeft een vrouw eicellen?
A
Geboorte
B
Puberteit
C
Overgang
D
Als ze zwanger wil worden
Slide 4 - Quizvraag
Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden
Slide 5 - Quizvraag
Als je zwanger bent wordt je nog steeds ongesteld
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een vrouw kan zwanger worden als ze ongesteld is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van zwangerschap
A
Overgeven
B
Grotere borsten krijgen
C
Vaak naar de wc
D
Chagrijnig zijn
Slide 8 - Quizvraag
Is een vrouw zwanger op het moment van bevruchting of vanaf de innesteling van het embryo?
A
Bevruchting
B
Innesteling
C
Geen van beide
Slide 9 - Quizvraag
Welk deel zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen?
A
Baarmoeder
B
Embryo
C
Eierstokken
D
Placenta
Slide 10 - Quizvraag
Innesteling
Als de bevruchte eicel door de eileider is gegaan, komt deze in de baarmoeder. In de baarmoederwand nestelt de eicel zich in, pas dan is de vrouw zwanger.
Er ontstaan een placenta en vruchtvliezen
Slide 11 - Tekstslide
0 t/m 12 weken embryo: alle organen ontwikkelen zich
na 12 welken foetus: alles zit er al aan, het kindje groeit nu vooral nog.
Slide 12 - Tekstslide
Veranderingen bij de vrouw
Eerste 12 weken nog niks te zien,
wel kan de vrouw zich moe voelen
Na 20 weken kan de vrouw het
kindje voelen bewegen
Organen van de vrouw komen in
de verdrukking, vaker plassen
melkklieren groeien
Slide 13 - Tekstslide
Groeien van de baarmoeder
Slide 14 - Tekstslide
Navelstreng
De baby is met de moeder verbonden via de navelstreng.
De navelstreng gaat naar de placenta/ moederkoek.
Slide 15 - Tekstslide
Placenta
De placenta zorgt dat het kind voeding en zuurstof krijgt, dus kan groeien. Afvalstoffen, zoals koolstofdioxide gaan van het bloed van het kindje naar het bloed van de moeder
Slide 16 - Tekstslide
Hoe leeft (groeien en ademen) de foetus in de baarmoeder ?
Slide 17 - Tekstslide
Placenta
Het bloed van zowel de moeder als het kind loopt hier langs elkaar om stoffen uit te wisselen
Slide 18 - Tekstslide
De vruchtvliezen
Het embryo drijft in een vloeistof, dit is het vruchtwater, hieromheen zitten de vruchtvliezen
Dit beschermt tegen schokken of stoten.
Ook houdt het de temperatuur constant
Slide 19 - Tekstslide
Schadelijke stoffen
Bijvoorbeeld:
Nicotine
Alcohol
Drugs
Bepaalde medicijnen
Schadelijke stoffen
Schadelijke stoffen tijdens de zwangerschap komen via het bloed bij de baby. De placenta werkt als filter, maar nicotine, drugs en alcohol gaan er wel doorheen. Dit is slecht voor de baby.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Hoe gaat de bevalling?
3 fasen:
Ontsluiting
uitdrijving
Nageboorte
Slide 24 - Tekstslide
Hoe gaat de bevalling?
Bij ontsluiting gaat de baarmoedermond een stukje open
Door de weeën wordt het kind naar buiten gedrukt= uitdrijving
Na de geboorte moet de placenta 'geboren' worden, de nageboorte.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
0
Slide 28 - Video
Wat is je navel?
Slide 29 - Tekstslide
De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af.
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik.