Taak: Les animaux et le pluriel

De vertaling in het Nederlands van 'un/une' = ....
A
De, het
B
de
C
een
D
het
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De vertaling in het Nederlands van 'un/une' = ....
A
De, het
B
de
C
een
D
het

Slide 1 - Quizvraag

De vertaling van 'des' in het Nederlands is ...
A
de
B
het
C
een
D
/ (geen vertaling)

Slide 2 - Quizvraag

C'est quel animal? Welk dier is het?
A
une lapin
B
un lapin
C
un lapain
D
des lapins

Slide 3 - Quizvraag

un chien
un poisson
un lapin
une vache
un oiseau
un cheval
une poule
un reptile
un chat

Slide 4 - Sleepvraag

Ecris au pluriel: un oiseau
A
des oiseaus
B
des oisaux
C
des oiseaux
D
les oiseaux

Slide 5 - Quizvraag

Ecris au pluriel: un cochon
A
des cochons
B
les cochons
C
des cocheaux
D
des cohons

Slide 6 - Quizvraag

Ecris au pluriel: un poisson
A
des poisons
B
des poissons
C
les poissons
D
des poissonx

Slide 7 - Quizvraag

Ecris au pluriel: un cheval
A
des cheveaux
B
des chevaus
C
des chevaux
D
les chevaux

Slide 8 - Quizvraag

Traduis, vertaal: un âne
A
een haan
B
een jaar
C
een kip
D
een ezel

Slide 9 - Quizvraag

Traduis, vertaal: des chiens
A
de honden
B
honden
C
een hond
D
katten

Slide 10 - Quizvraag