§5.2 Wat voor ondernemingen?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 2,3

Vraag

Stel dat je vandaag €1.000 op de bank zet.

Waarom is jouw €1.000 volgend jaar niet meer €1.000 waard?

BV & NV 

BV = Besloten Vennootschap

NV = Naamloze Vennootschap 

Aandeelhouders ontvangen dividend als het goed gaat met het bedrijf

Leerdoelen

Na deze les weet je .....

• in welke groepen je de productie kunt indelen
  
• hoe in bedrijven het werk verdeeld wordt
  
• wat een zelfstandige, een eenmanszaak en een zzp’er is
  
• wat een vof is
  
• wat het verschil is tussen een nv en bv

Productiesectoren

Opgave 2

Productie en arbeid kun je in verschillende

productiesectoren indelen:

Primaire sector

 landbouw, visserij, winning van grondstoffen

Secundaire sector

 industrie, bouw, ambachten (bakker, slager)

Tertiare sector

commerciële dienstverlening 

Winst is belangrijk!!

Quartaire sector

niet-commerciële dienstverlening

Ieder een eigen taak

• Iedereen doet waar hij goed in is en de taken binnen een bedrijf zijn verdeel. Dit heet arbeidsverdeling.
  
• Taken kunnen bijvoorbeeld verdeeld worden in
  
• leidinggevend werk
  
• uitvoerend werk
• Arbeidsverdeling kan voor hogere productie zorgen 

Werken voor jezelf

• ZZP
• Eenmanszaak (met personeel)

• Makkelijk op te richten
• Geen loon, maar winst
• Privé aansprakelijk

vergelijking eenmanszaak en vof

Voordeel van een vof ten opzichte van een eenmanszaak:

• Bij een VOF is er meer kapitaal beschikbaar om te investeren. (kosten deel je)
• Bij een VOF is er meer kennis en comepententies aanwezig zodat de takan beter worden uitgevoerd.

Nadeel van een VOF ten opzichte van een eenmaszaak:

• Je bent ook privé aansprakelijk voor de schulden die de andere vennoot heeft veroorzaakt.
• Je moet de winst delen

BV & NV 

Aandelen van een NV kan iedereen kopen, van een BV niet. 

Bij een BV is een van de aandeelhouders vaak directeur

Als een BV of NV failliet gaat lopen de eigenaren geen risico met privé vermogen.                  

Zelfstandig werken

Gebruik de resterende tijd voor met het maken van de opdrachten van 5.2

Vragen? Zacht overleggen met buurman, vinger opsteken

Leerdoelen

Wat weet je nog van.....

• in welke groepen je de productie kunt indelen
• hoe in bedrijven het werk verdeeld wordt
• wat een zelfstandige, een eenmanszaak en een zzp’er is
• wat een vof is
• wat het verschil is tussen een nv en bv

En tot de volgende les!

Herhaling

Ondernemingsvormen

Productiesectoren