Luchtdruk blijft veranderen. Lage luchtdruk (Op een kaart L) en een hoge luchtdruk (Op kaart H).
Lijnen op een weerkaart
die luchtdruk aangeven
heten isobaren.
Lage luchtdruk gebied
zorgt voor bewolkt weer met neerslag.
Slide 9 - Tekstslide
Wind
Verschillen in luchtdruk zorgen voor wind. Lucht stroomt van een hoge luchtdruk gebied naar een lage luchtdruk gebied. Hoe hard het waait noem je windsterkte of windkracht.
De eenheid van windsterkte
is beaufort (Bft).
Bron: https://www.javatpoint.com/wind-definition
Slide 10 - Tekstslide
Windsterkte
Windstil is 0 Bft.
Een orkaan is 12 Bft.
In de Binas kun je windsterktes opzoeken.
Slide 11 - Tekstslide
Windrichting
Windrichting is de richting waar de wind vandaan komt.
Bij windrichting NO komt de wind uit het noordoosten.
Slide 12 - Tekstslide
Elektronische bedrijven
Bedrijven die elektronische apparatuur maken
(zoals horloges of telefoons) verhogen de luchtdruk
in de fabriek.
Zo stroomt er alleen lucht uit
de fabriek en voorkomt het
dat er stof binnen in de fabriek komt.
Slide 13 - Tekstslide
Overdruk en onderdruk
In de fabriek heerst een overdruk.
Onderdruk is een ruimte waar de luchtdruk binnen lager is.
Als er geen lucht ergens in zit heet het een vacuüm.