13 H2 June 21 RECAP all grammar Unit 5

Unit 5 > 13th lesson        2122
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Unit 5 > 13th lesson        2122

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

All grammar Unit 5

Slide 3 - Tekstslide

       4 soorten Future

1
2
3
4
Present  simple - bv the train leaves/ the shops closes/ the shows begin
bij vastgestelde tijden.
Present continuous - I am having a party.   Dingen die je  hebt afgesproken en waarbij alles is geregeld (tijd, plaats, met wie etc)
Will  - Alle zinnen waarbij je in het Nederlands zullen of zal gebruikt.
Ik zal de deur openen. I will open the door.
To be going to - Alle zinnen waarbij je in het Nederlands gaan gebruikt.
We gaan zwemmen. We are going to swim

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

First Conditional
Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will + een werkwoord.

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

Slide 9 - Tekstslide

Conditional Type 1 - First conditional 
If + present simple, will + verb 

If you leave now, you won't be late.
If the weather gets better, we will go for a picnic.
He will wash your car if you ask him to.

We use it to talk about what we expect to happen in the future.

Slide 10 - Tekstslide


I ... (stay) home if it ... (rain).
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - rain

Slide 11 - Quizvraag


If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 12 - Quizvraag


If I ....... (go) out tonight, I ....... (go) to the cinema.
A
go / 'll goes
B
go / 'll go
C
go / will go
D
go / will goes

Slide 13 - Quizvraag



If you ........ outside without a sweater, you ........ ill!
A
go, get
B
will go, will get
C
will go, get
D
go, will get

Slide 14 - Quizvraag



If you ........ too much coffee, you ........ to sleep.
A
will drink, won't be able to
B
drink, won't be able to
C
drink, will be able to
D
will drink, won't be able to

Slide 15 - Quizvraag

If I see Pete, I ... (might tell/ will tell) him I saw you.

Slide 16 - Open vraag

Fill in the correct word(s).

If I ... (to see) Mary, I will tell her you asked about her.

Slide 17 - Open vraag

I'll come and see you if I ...
(have/ will have) time

Slide 18 - Open vraag


If she ..... (go) on holiday this summer, she ..... (go) to Spain.

Slide 19 - Open vraag

If I .....(not/go) to bed soon, I .....(be) tired in the morning.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Tekstslide

I understand most of the grammar items in Unit 5
0100

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Thanks for your attention
      Wait for                              Push your chair         
      the bell                                under the table            

Slide 27 - Tekstslide