(2022) 3: Een volledig examen maken

Examentraining 3





Deze week ga je een volledig examen maken. 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 35 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 3





Deze week ga je een volledig examen maken. 

Slide 1 - Tekstslide

Examen 2017, tweede tijdvak
Deze week ga je een volledig examen maken. Het examen Nederlands duurt 3 uur, je mag dus alle lesuren gebruiken.

Als je klaar bent, kijk je het examen na. Vervolgens vul je het foutenanalyseformulier in dat je op de ELO vindt. Dan weet je welke theorie-onderdelen je (nog) niet goed beheerst. Vervolgens kun je je cijfer berekenen. 



Slide 2 - Tekstslide

Examen 2017, tweede tijdvak
Tips:
- let op je spelling en formulering (de max. aftrek hiervoor is maar liefst 4 punten)
- ga niet over het maximum aantal woorden heen  

Dit examen bestaat uit 40 vragen.
Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen

Slide 3 - Tekstslide

Examen 2017, tweede tijdvak
Neem nu het tekstboekje en het boekje met opgaven voor je (te vinden op de ELO-Studiewijzers-Examentraining III).

Je hebt 3 lesuren, succes!

Slide 4 - Tekstslide

Let op
De volgende slides bevatten de uitwerking van het examen. Ga pas verder als je het hele examen hebt afgerond.

Slide 5 - Tekstslide

1 (maximumscore 1)
alinea 5
Opmerking
Het antwoord ‘alinea 4’ is niet goed te rekenen: in alinea 4 wordt alleen
gedrag beschreven, niet de achterliggende ideologie.


2 (maximumscore 1)
alinea 11

Slide 6 - Tekstslide

3 A (1)
4 B (1)
5 B (1)

Slide 7 - Tekstslide

6 (maximumscore 3)
• “een wereldbeschouwing die principieel technofoob is” (regels 74-75) (1)
• “angst voor de destructieve en oncontroleerbare kracht van
technologie” (regels 80-82) (1)
• “een romantisch beeld van het pre-industriële tijdperk” (regels 83-85) (1)
Opmerking
Niet goed is: “strijden voor de in hun ogen beheersbare en
overzichtelijke wereld van toen” (regels 85-87)

Slide 8 - Tekstslide

7 B (1)
8 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
De milieubeweging gaat voorbij aan wetenschappelijke inzichten / hecht te
veel aan de eigen principes.
Ook goed:
Het gaat de aanhangers van de milieubeweging meer om de idee dan om
de resultaten.
Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.

Slide 9 - Tekstslide

9 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
Je kunt niet uitkomen voor een eigenschap waarvan je je niet bewust
bent.
Maximumlengte van het antwoord: 30 woorden.

Slide 10 - Tekstslide

10 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
• Met de afwijzende houding van de milieubeweging wordt de oplossing
voor het probleem van dierenleed ondermijnd (1)
• terwijl de milieubeweging juist zegt te strijden tegen dierenleed (1)
Maximumlengte van het antwoord: 30 woorden.

Slide 11 - Tekstslide

11 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
• Weliswaar gebruiken (gematigde) milieubewegingen geen geweld (1)
• maar het resultaat van hun acties is wel degelijk destructief (1)
Maximumlengte van het antwoord: 30 woorden.

12 (maximumscore 1
)
“Het zou (…) rond 1820.” (regels 300-306)

Slide 12 - Tekstslide

13 (maximumscore 5)
• De aanhangers vinden de ideologie belangrijker dan de resultaten die ze bereiken (1)
• Beide groeperingen zijn bang voor (de destructieve / oncontroleerbare kracht van) technologische veranderingen / zijn tegen technologie / willen vasthouden aan traditionele productiemethoden (1)
• Beide groeperingen strijden voor de in hun ogen beheersbare en overzichtelijke wereld van toen (1)
• Beide groeperingen plegen vernielingen en sabotage (1)
• Leden van beide groeperingen zijn vaak goed opgeleid (1)
Opmerking
Niet goed rekenen: Beide groeperingen bereiken hun doel niet. Maximumlengte van het antwoord: 70 woorden.

Slide 13 - Tekstslide

14 C (1)

15 (maximumscore 3) 1, 3, 4, 8, 9

indien vijf elementen juist 3
indien vier elementen juist 2
indien drie elementen juist 1
indien twee of minder elementen juist 0 

Slide 14 - Tekstslide

16 (maximumscore 2)
• “integrale oplossingen” (1)
• “brede benadering van problemen (en oplossingen)” (1)
Opmerking
Ook goed: “onderdeel zijn van een netwerk van honderden lokale en
internationale bewoners-, milieu- en sociale organisaties”.

Slide 15 - Tekstslide

17 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
− honger/armoede/voedselproductie (alinea 1)
− volksgezondheid/kindersterfte (alinea 2)
− milieuproblemen (alinea 4)
indien drie elementen goed 2
indien twee elementen goed 1
indien één element goed 0
Opmerking
Niet goed zijn antwoorden met een voorbeeldkarakter, zoals:
− kan blindheid voorkomen
− kan het vitamine A-gebrek drastisch verminderen
− kan bètacaroteen produceren, een stof die in het lichaam wordt
omgezet tot vitamine A

Slide 16 - Tekstslide

18 (maximumscore 3)
drie van de volgende elementen:
− Tekst 1 noemt het voorbeeld van Ecover.
− Ook wordt gemeld dat de milieubeweging teruggrijpt op biologische landbouw, terwijl modernere technieken tot grotere opbrengsten leiden (en milieuvriendelijker zijn).
− Tot slot wijst Tekst 1 erop dat Milieudefensie genmodificatie afwijst
− en dat de Engelse Milieudefensie zich kant tegen kweekvlees.

per juist element 1

Maximumlengte van het antwoord: 50 woorden.

Slide 17 - Tekstslide

19 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
Genetische modificatie is niet gevaarlijk.
Opmerking
Niet goed is: Gezondheidsschade door gentech is geen serieus probleem.
Maximumlengte van het antwoord: 10 woorden.

Slide 18 - Tekstslide

20 (maximumscore 1)
in alinea 3

21 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
We weten niet (zeker) wat het effect van gentech over meerdere generaties is.

Opmerking
Niet goed is: het voorzorgsprincipe.
Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.

Slide 19 - Tekstslide

22 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
• Volgens tekstfragment 3 kan gentech ernstige gevolgen hebben voor de voedselveiligheid / kan gentech de gezondheid van dieren schaden (1)
• Volgens tekstfragment 3 leidt gentech tot monopolievorming (1)

Opmerking
Niet goed is: genencrisis
Maximumlengte van het antwoord: 30 woorden.

Slide 20 - Tekstslide

23 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is: In beide gevallen wordt een bepaalde partij ervan beschuldigd niet openlijk uit te komen voor de eigen mening / wordt een bepaalde partij ervan
beschuldigd de eigenlijke motieven te verzwijgen.
Ook goed:
Beide partijen leggen de resultaten van wetenschappelijk onderzoek naast
zich neer als hun dat uitkomt.

Maximumlengte van het antwoord: 25 woorden.

24 D (1)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

26 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is: gezin en werk (regels 74-78)


Slide 23 - Tekstslide

28 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
Deze beeldschermgevoeligheid komt de vader-zoonrelatie ten goede /
Door deze beeldschermgevoeligheid kan de vader beter met de zoon
praten over diens fascinatie voor games.
Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

30 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
Het gaat hier om de opvatting dat je met vrouwen niet kunt praten over
gamen / dat gamen niets voor vrouwen is / dat vrouwen niets hebben met
spelletjes.

Maximumlengte van het antwoord: 20 woorden.

Slide 26 - Tekstslide

31 (maximumscore 2)
drie van de volgende zinnen:
− “Hem losscheuren … over mij.” (regels 67-71)
− “Ik kan … nodig hebben.” (regels 71-74)
− “Of ik … pad bracht.” (regels 74-78)
− “Ik heb … mijn methadon.” (regels 95-97)
Ook goed:
“Bij zijn … vrouw namelijk.” (regels 91-94)
indien drie zinnen goed 2
indien twee zinnen goed 1
indien één of geen zin goed 0

Slide 27 - Tekstslide

32 B (1)
33 C (1)

34 (maximumscore 1
)
alinea 6


Slide 28 - Tekstslide

35 (maximumscore 3)
vier van de volgende elementen:
− mode van de internationale topkwaliteit (regels 34-35)
− dorps-mbo (regel 35)
− (een) Cambridge aan het Katwijks Diep (regels 36-37)
− steenkolenengels (regel 39)
− onzinnige mode (regel 41)
indien vier juist benoemde elementen 3
indien drie juist benoemde elementen 2
indien twee juist benoemde elementen 1
indien een of geen juist benoemde elementen 0

Slide 29 - Tekstslide

36 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
• Er is een eenzijdige focus op vakken die ‘nut’ zouden hebben en
daarmee geld opleveren / De geesteswetenschappen zijn slachtoffer /
worden in hun voortbestaan bedreigd / worden afgebroken (door
dreigend gebrek aan continuïteit) (1)
• Bij de aanstelling van hoogleraren heeft men meer oog voor financiële
dan voor wetenschappelijk kwaliteiten / Er is sprake van morele
corrumpering / Financiële belangen gaan vóór kwaliteit (1)
Maximumlengte van het antwoord: 35 woorden.

Slide 30 - Tekstslide

37 (maximumscore 1)
De kern van een goed antwoord is:
het afschaffen van de medezeggenschap van het wetenschappelijk
personeel (twintig jaar geleden)

Maximumlengte van het antwoord: 15 woorden.


Slide 31 - Tekstslide

38 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
• De universiteitsbestuurders nemen alle plannen van het ministerie over (1)
• zonder dat ze daar kritisch naar kijken / zonder dat ze daar draagvlak
voor zoeken in de universitaire gemeenschap (1)
Maximumlengte van het antwoord: 25 woorden.

39 D (2)

Slide 32 - Tekstslide

40 (maximumscore 2)
De kern van een goed antwoord is:
− de idioot hoge salarissen die deze mensen willen
− de schaalvergroting die ze nastreven
− de grootse bouwplannen
− het feit dat het college van bestuur zich steevast onbereikbaar houdt voor de wetenschappers

indien drie juist benoemde elementen 2
indien twee juist benoemde elementen 1
indien één of geen juist benoemd element 0

Slide 33 - Tekstslide

Foutenanalyse
Open het foutenanalyseformulier dat je op de ELO vindt en vul het in. 

Welke theorie-onderdelen beheers je (nog) niet goed? 
Trek je conclusies :-)

Slide 34 - Tekstslide

Cijfer?
Tel nu je punten op. Voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik dient de volgende
aftrekregeling te worden gehanteerd:
1 fout of 2 fouten = -1
3 of 4 fouten = -2
5 of 6 fouten = -3
7 of meer fouten= -4

De omzettingstabel vind je onderaan het foutenanalyseformulier. 

Slide 35 - Tekstslide