examentraining zorg en welzijn

examentraining zorg en welzijn
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

examentraining zorg en welzijn

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding.

Welk schoonmaakmateriaal is dit?

A
luiwagen
B
bezem
C
dweil
D
vloerwisser

Slide 2 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Je ziet een etiket van een kledingstuk.

Op hoeveel graden moet dit kledingstuk gewassen worden?

A
40 graden
B
60 graden
C
30 gragen
D
50 graden

Slide 3 - Quizvraag

Wat betekent dit pictogram?
A
strijken
B
bleken
C
drogen
D
wassen

Slide 4 - Quizvraag

Welke producten zijn schoonmaakmaterialen?
meerdere antwoorden goed.
A
microvezeldoekje
B
allesreiniger
C
zeem
D
stofzuiger

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Welk schoonmaakmateriaal is dit?

A
luiwagen
B
bezem
C
dweil
D
vloerwisser

Slide 6 - Quizvraag

Dit zijn de volgende schoonmaakregels waaraan jij je moet houden:








  1. Werk van schoon naar vuil;
  2. Werk van buiten naar binnen;
  3. Werk van hoog naar laag;
  4. Werk in een logische; werkvolgorde 
  5. Werk in een ruimte steeds linksom of rechtsom.

Slide 7 - Tekstslide

Schoonmaakmaterialen
Zeem
trekker/ wisser
dweil/ mop
Ragebol
plumeau/ vederborstel
stofwisser
luiwagen/ schrobbezem

Slide 8 - Tekstslide

Klamvochtig schoonmaken
  • Klamvochtig afnemen
  • Schoonmaken met een microvezeldoek
  • Stoomreinigen

Slide 9 - Tekstslide

Nat schoonmaken
  • Dweilen
  • Moppen
  • Schrobben
  • Ramen zemen

Slide 10 - Tekstslide

Droog schoonmaken
  • Stofzuigen
  • Vegen
  • Stof afnemen

Slide 11 - Tekstslide

Om het beste resultaat te bereiken bij schoonmaken moet je het juiste schoonmaakmiddel kiezen. Schoonmaakmiddelen kun je indelen in vier groepen:
  1. Reinigingsmiddelen
  2. Onderhoudsmiddelen 
  3. Desinfecteermiddelen 
  4. Oplosmiddelen 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Verschil tussen folder en flyer
Een folder is gevouwen, denk maar aan het Engelse werkwoord ‘to fold’ dat vouwen betekent. Een flyer is altijd ongevouwen.

Een flyer bestaat uit een enkel blad welke aan één of twee zijden bedrukt kan worden. Het eerste doel van een flyer is opvallen en nieuwsgierig maken.

In word kan je bij nieuw> onlinesjablonen verschillende folder of flyer ontwerpen vinden en gebruiken!

Slide 14 - Tekstslide

Flyer/Folder/Brochure
Waarom maken organisaties een folder/flyer/brochure?
Wat is het verschil tussen een flyer, een folder en een brochure?

- Flyer = 1 pagina, vaak alleen voorkant.
- Folder = Gevouwen A4 met voor en 
   achterzijde bedrukt en op een bepaalde 
   manier gevouwen.
- Brochure = een mini boekje met
   meerdere  pagina's.

 

Slide 15 - Tekstslide

Verschillen

Flyer


Folder

Brochure (magazine)

Slide 16 - Tekstslide

soorten flyer
Typ flyer 

Slide 17 - Tekstslide

 Hoe voer je een gesprek tijdens de verzorging van client?
Behoefte aanvoelen:
Heb je te maken met een "prater"  praat je mee.

Heeft iemand geen zin om te praten, accepteer dit, zeg rustig wat je moet zeggen en laat het er dan bij...

Belangrijk: Informatie uit persoonlijke gesprekken kan vertrouwelijk zijn, ga hier netjes mee om.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video