Vooroordelen

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou een vooroordeel?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

48 jaar
53 jaar
46 jaar
58 jaar

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op basis waarvan heb je nu geoordeeld?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordeel
A
Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen
B
Overdreven beeld van een groep mensen
C
Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
D
Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een manier om vooroordelen te verminderen?
A
Iedereen respectvol behandelen en openstaan voor diversiteit.
B
Alleen omgaan met mensen die hetzelfde denken als jij.
C
Negatieve opmerkingen maken over andere culturen.
D
Gebaseerd zijn op stereotypes en aannames.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 7: In een reclamefolder staat bij een speelkeuken voor kinderen:
“Net zo koken als mama!”.
Op de foto staat een klein meisje.
Welk vooroordeel zie je terug in deze folder?
A
dat het koken alleen voor meisjes en vrouwen is
B
dat alle moeders lekker kunnen koken.
C
dat kinderen het liefst binnen spelen.
D
dat mannen minder goed kunnen koken dan vrouwen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen
- Subjectief, niet op feiten gebaseerd
- Individu en/of in een groep
- Etiketten plakken -> hokjesdenken
Voorbeelden van vooroordelen zijn: Alle Nederlanders zijn gierig, alle blonde mensen zijn dom, alle dikke mensen eten te veel.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vooroordeel? 
Een mening of idee die je over iemand hebt zonder dat je diegene kent. 

Slide 10 - Tekstslide

Een vader en zijn zoon krijgen een ernstig auto-ongeluk. De vader overlijdt ter plekke, de zoon is buiten bewustzijn en ernstig gewond. Hij wordt naar het beste ziekenhuis van de regio gebracht, waar een topchirurg klaarstaat om hem te opereren. De chirurg komt de operatiekamer binnen, ziet de jongen en zegt: “Ik kan deze jongen niet opereren.” “Waarom niet?” vraagt de zuster. “Omdat het mijn zoon is!” zegt de chirurg.
Hoe is dit mogelijk – wie is deze chirurg? Denk daar even over na voordat je verder leest.
Misschien denk je dat de jongen geadopteerd is, of dat de chirurg homoseksueel en de tweede vader van de jongen is. Maar de meest voor de hand liggende verklaring bedenken de meesten niet: dat de chirurg de moeder van de jongen is. Hoewel we weten dat veel vrouwen chirurg zijn, linken we het woord ‘chirurg’ diep in ons onderbewustzijn aan een man.

Kan een vooroordeel ook positief zijn?
A
nee, want dan ben je al beïnvloed
B
nee, want dan heb je je mening al
C
ja, want het brein maakt groepen, waar een kern van waarheid in zit
D
ja, want het scheelt tijd om na te denken

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is een voorbeeld van een vooroordeel?
Waar denk jij aan bij het begrip 'kansenongelijkheid?'
A
VROUWEN ZIJN NIET GOED IN VOETBAL, DAT IS ALGEMEEN BEKEND
B
BART KAN HEEL ERG LEKKER KOKEN, IK HEB LAATST BIJ HEM GEGETEN

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is een voorbeeld van een vooroordeel?
Waar denk jij aan bij het begrip 'kansenongelijkheid?'
A
VROUWEN ZIJN NIET GOED IN VOETBAL, DAT IS ALGEMEEN BEKEND
B
BART KAN HEEL ERG LEKKER KOKEN, IK HEB LAATST BIJ HEM GEGETEN

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vooroordelen kunnen leiden tot..
Stereotypering: algemeen beeld die je hebt over een groep (eigenschappen, gedragingen etc). 
Discriminatie: ras, geloofsovertuiging, leeftijd, politieke overtuiging, fysieke kenmerken (bijvoorbeeld piercings en tattoos), gezondheidstoestand 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij een situatie meegemaakt die heeft geleid tot stereotypering of discriminatie?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?
A
Je weet dat een buurjongen wel eens iets gestolen heeft.
B
Je vindt het goed dat de buurjongen keiharde muziek draait.
C
Je zegt dat je ouders jou te strenge regels opleggen.
D
Je denkt dat je neef wel eens stiekem blowt.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Vooroordelen zijn...
A
onjuist
B
juist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een vooroordeel is een mening of idee die je over iemand hebt zonder dat je diegene kent. 
Een vooroordeel is een mening of idee die je over iemand hebt zonder dat je diegene kent. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan uitleggen wat een vooroordeel is en een voorbeeld hiervan noemen?
Ja, dit lukt mij!
Nee, dit vind ik nog lastig
Misschien met een beetje hulp

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

OP HET EERSTE GEZICHT... 
We gaan gezamenlijk op het eerste gezicht spelen.
De docent legt uit hoe dit werkt. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

IK HEB TE MAKEN GEHAD MET DISCRIMINATIE

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies