Da Vinci Code

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lesklaar?!

Je ontvangt van de docent een A4 papier en kijkopdracht.

Op tafel ligt een pen 

Wat gaan we doen?

1. Film bespreken

2. Lesdoelen benoemen

3. Lees-opdracht 

4. Lesdoelen beantwoorden

5. Verwerkingsopdracht maken

6. Les afsluiten

Film bespreken (1)

1. Denken (individueel)

a. Hoe heb jij als christen deze film beleefd?

Wat heeft de film met je gedaan?

b. Welke vragen komen bij je op over de film?

Schrijf deze vragen op papier?

c. Er zijn meer films (boeken) met soortgelijke aanvallen op het christelijk geloof. Kan je titels bedenken?

Film bespreken (2)

1. Delen (in twee of drietallen)

a. Wissel met elkaar persoonlijke ervaringen en opgekomen vragen met de ander.

Film bespreken (3)

Uitwisselen (klassikaal)

a. Hoe divers zijn jullie ervaringen?

b. Hoe ga je om met deze film die zich presenteert als de waarheid over Jezus, het evangelie en de bijbel?

c. Welke andere titels ken je?

Klassikale leesopdracht

We lezen met de elkaar de tekst van 

De Da Vinci Code - Dan Brown

versus

De Geloofsbelijdenis van Nicea

Lesdoelen beantwoorden

Je beantwoord de lesdoelen in een groepje van 2 - 4 personen

Je verwerkt het thema en de antwoorden in een poster of infographic. 

Lesdoelen

1. Je kan beschrijven dat de Bijbel uniek is in zijn ontstaan.

2. Je kan de bewering dat de Bijbel een historisch verslag is weerleggen.

3. Je kan uitleggen dat de Bijbelboeken van het Oude Testament niet door keizer Constantijn en het Vaticaan is samengesteld.

4. Je kan uitleggen dat de Bijbelboeken van het Nieuwe Testament in de tweede eeuw na

Christus geaccepteerd en wijdverbreid waren.

5. Je kan beschrijven waarom de leer van Arius een levensgevaarlijke dwaalleer is.

6. Je kan de leer van Athanasius over de godheid en de menselijkheid van Jezus Christus

uitleggen. Deze leer is verwoord in de geloofsbelijdenis van Nicea en Athanasius.

Les afsluiten

1. Schrijf jouw leerwinsten van deze les op?

2. Wat heb jij deze les gedaan om de opdracht succesvol te laten verlopen?

3. Wat vertel jij aan een ander als aan jou gevraagd wordt naar je geloof?