2K. Oefentoets. Ch1 part 2

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kader
Gebruik deze LessonUp om te leren voor de toets

Vocabulary - Theme words, F Listening + G Reading
Leer Nederlands-Engels. Theme words ook Engels-Nederlands

Grammar - Past simple
Maak vragen en ontkenningen in de verleden tijd

Slide 2 - Tekstslide

hurricane
take a picture
windy
take a dip
clear
hail
to hike
to go camping

Slide 3 - Sleepvraag

During summer I only wear 'shorts'
A
B
C
D

Slide 4 - Quizvraag

His favourite ... (attractie) in Walibi is the Goliath
A
ride
B
attraction
C
rollerblade
D
event

Slide 5 - Quizvraag

We love going on beach 'holidays'
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

On a .... (normale) day, I will have some fruit for breakfast
A
normal
B
weird
C
active
D
regular

Slide 7 - Quizvraag

I can't wait to be an 'adult' and make my own rules!
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

My parents 'encourage' me to be creative
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Which picture shows freedom?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

My sister is always .... (heimwee) when we go away for more than 2 days
A
homesick
B
sad
C
scared
D
awful

Slide 11 - Quizvraag

bottle
discover
to go backpacking
tough
plenty
cramped
conversation
trip

Slide 12 - Sleepvraag

Vertaal naar het Engels:
stormachtig

Slide 13 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
door

Slide 14 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
de hele tijd

Slide 15 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
recht tegenover

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
naar het strand gaan

Slide 17 - Open vraag

Vertaal naar het Engels:
logeren bij

Slide 18 - Open vraag

Past simple
Questions and negations

Vragen en ontkenningen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Let op!
Staat de voorbeeld zin in de verleden tijd met een onregelmatig werkwoord? Gebruik dan ook je lijst met onregelmatige werkwoorden

She thought she could get away with it
Did she think she could get away with it?
She didn't think she could get away with it

Slide 23 - Tekstslide

..... he ..... (walk) to school yesterday?
A
Did he walked
B
Does he walk
C
Did he walk
D
Does he walked

Slide 24 - Quizvraag

He was away on Friday.
.......... away on Friday?
A
Did he
B
Was he
C
Does he go
D
He wasn't

Slide 25 - Quizvraag

.... Chris .... (win) his soccer match last night?
A
Did Chris win
B
Does Chris win
C
Did Chris won
D
Does Chris won

Slide 26 - Quizvraag

I was wrong about you.
Welke vragende zin is juist?
A
I was wrong about you?
B
Were I wrong about you?
C
Was I wrong about you?

Slide 27 - Quizvraag

You were on time for the show.
Welke vragende zin is juist?
A
You weren't on time for the show?
B
Weren't you on time for the show?
C
You were on time for the show?
D
Were you on time for the show?

Slide 28 - Quizvraag

Schrijf een vraag voor dit antwoord:
No, they didn't walk me home

Slide 29 - Open vraag

Schrijf een vraag voor dit antwoord:
No, they weren't aware of this

Slide 30 - Open vraag

Schrijf een vraag voor dit antwoord:
No, he wasn't at home when Sue called

Slide 31 - Open vraag

Schrijf een vraag voor dit antwoord:
Yes, I liked that movie

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Is deze ontkenning goed of fout geschreven:
They didn't called the police last week
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quizvraag

Sarah .... (did not write) her essay yesterday
A
didn't write
B
didn't wrote
C
hasn't written
D
didn't written

Slide 36 - Quizvraag

Maak deze zin ontkennend:
They wanted ice cream
A
They didn't wanted ice cream
B
They didn't want ice cream
C
They wanted not ice cream
D
They doesn't want ice cream

Slide 37 - Quizvraag

I went to school last week.
Welke ontkennende zin is juist?
A
I didn't went to school last week.
B
I didn't go to school last week.
C
I don't went to school last week.
D
I don't go to school last week.

Slide 38 - Quizvraag

Mary bought a new jacket.
Welke ontkennende zin is juist?
A
Mary didn't buy a new jacket.
B
Mary didn't bought a new jacket.
C
Mary doesn't buy a new jacket.
D
Mary bought not a new jacket.

Slide 39 - Quizvraag

Beantwoord deze vraag met een ontkenning: Were we happy with this information? No,

Slide 40 - Open vraag

Beantwoord deze vraag met een ontkenning: Did you see that movie last night? No,

Slide 41 - Open vraag

Beantwoord deze vraag met een ontkenning: Was Karl away last weekend? No,

Slide 42 - Open vraag

Beantwoord deze vraag met een ontkenning: Did they agree to do this? No,

Slide 43 - Open vraag