Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Proeftoets T2 - 2HAVO
Proeftoets / trainer T2
2HAVO
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Proeftoets / trainer T2
2HAVO
Slide 1 - Tekstslide
Welk gezegde zit in deze zin?
De toegangsprijzen voor concerten worden nogal eens verhoogd met bel- en reserveringskosten.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 2 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
Jeffrey zou een goede verdediger zijn.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 3 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
De ongelukkige aanrijding veroorzaakte veel schade.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 4 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
Hester heeft veel van haar speelgoed verkocht op de rommelmarkt.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 5 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
De jongens van het belcentrum lijken een goed team te zijn.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
Het is goed zo.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 7 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
Hij blijkt een acrobaat met zijn baltechniek.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
Honderden mensen hebben het festival kunnen bezoeken.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 9 - Quizvraag
Welk gezegde zit in deze zin?
De hoeveelheid plastic zou fors moeten worden teruggebracht.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Het nieuws van nu is verleden tijd.
Slide 11 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Het verhaal zal ongetwijfeld waar zijn.
Slide 12 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Het 'buitenbeentjes' fruit in de supermarkt lijkt van mindere kwaliteit te zijn.
Slide 13 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Aan het eten toegevoegde kruiden kunnen smaakvol zijn.
Slide 14 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Vuur blijft een fascinerend verschijnsel
Slide 15 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Afscheid nemen was altijd moeilijk voor hem.
Slide 16 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Die sudoku's zijn een leuke oefening voor jong en oud.
Slide 17 - Open vraag
De historicus heeft een onvolledig beeld geschetst van de politieke situatie in de jaren dertig.
A
De zin heeft een koppelwerkwoord
B
De zin heeft één hulpwerkwoord
C
De zijn heeft twee hulpwerkwoorden
D
De zin heeft drie hulpwerkwoorden
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
De opkomst bij de verkiezingen blijkt dit jaar minder hoog te zijn.
Slide 19 - Open vraag
Wat is het naamwoordelijk gezegde?
Ondanks de agressieve houding van de arrestant bleef de agent heel rustig.
Slide 20 - Open vraag
Irene bleek met haar fiets het voetpad te blokkeren.
blokkeren =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 21 - Quizvraag
Irene bleek met haar fiets het voetpad te blokkeren.
bleek =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 22 - Quizvraag
Boulevard onthult vaak geheimen van bekende Nederlanders.
onthult =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 23 - Quizvraag
Beurse bananen kunnen vaak niet meer worden verkocht.
verkocht =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 24 - Quizvraag
Beurse bananen kunnen vaak niet meer worden verkocht.
kunnen =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 25 - Quizvraag
Beurse bananen kunnen vaak niet meer worden verkocht.
worden =
A
zelfstandig werkwoord
B
koppelwerkwoord
C
hulpwerkwoord
Slide 26 - Quizvraag
De worstelaar werd eerst vierde, won toen brons, pakte zilver en heeft nu zelfs goud in handen.
Deze zin bevat een:
A
climax
B
drieslag
C
opsomming
D
opsomming in drieën
Slide 27 - Quizvraag
Bo vroeg aan Sinterklaas een Barbie, Lego Friends, Playmobil, Nerfpijltjes en marsepein.
Deze zin bevat een:
A
climax
B
drieslag
C
opsomming
D
opsomming in drieën
Slide 28 - Quizvraag
Het was gisteren weer lachen, gieren, brullen bij wiskunde.
Deze zin bevat een:
A
climax
B
drieslag
C
opsomming
D
opsomming in drieën
Slide 29 - Quizvraag
Vul in:
een wit ...... halen
Slide 30 - Open vraag
Vul in:
een vinger in de ..... hebben
Slide 31 - Open vraag
Vul in:
op een roze ...... zitten
Slide 32 - Open vraag
Ga nu naar de digitale methode van Nieuw Nederlands.
Selecteer het onderdeel 'Cursus 5 - Grammatica'
Ga naar 'Oefentoetsen'
Maak Oefentoets grammatica §3 en 6
Kijk jezelf waar nodig kritisch na!
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Voorbereiding T2 - Grammatica 1,3,6, Taal 2 en 6 (2 havo)
13 dagen geleden
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
WWG en NWG
Maart 2023
- Les met
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
zaterdag 18 november 2023: Grammatica zinsdeelzinnen
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 13
2VC woordsoorten
Februari 2022
- Les met
48 slides
Oefentoets taalverzorging mh1
Februari 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
WWG en NWG
Januari 2021
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Naamwoordelijk gezegde
November 2020
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
02/12/2022 Brugklas Grammatica - naamwoordelijk gezegde
December 2022
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2