herhalen bs 5.5. - 5.8.
1 / 13
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De afbeelding geeft een lengtedoorsnede van een sprinkhaan weer. In de afbeelding is onder andere een deel van het zenuwstelsel getekend.
Een sprinkhaan kan reageren op prikkels uit de omgeving. Wanneer hij bijvoorbeeld beweging voelt, kan hij wegspringen.
Uit welke delen zal het zenuwstelsel van een sprinkhaan in elk geval bestaan?
Een sprinkhaan kan reageren op prikkels uit de omgeving. Wanneer hij bijvoorbeeld beweging voelt, kan hij wegspringen.
Uit welke delen zal het zenuwstelsel van een sprinkhaan in elk geval bestaan?
A
alleen uit hersenen
B
hersenen, zenuwen en zintuigen
C
alleen uit zenuwen en zintuigen
D
hersenen, ruggenmerg, zintuigen en zenuwen
Slide 2 - Quizvraag
Je beweegt bewust je voet.
In welke volgorde worden impulsen hierbij door de verschillende delen van het zenuwstelsel voortgeleid?
1
2
3
4
hersenstam
zenuwen
ruggenmerg
grote hersenen
Slide 3 - Sleepvraag
Kunnen de grote hersenen deel uitmaken van een reflexboog?
A
ja
B
nee
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
De meeste mensen kunnen niet tegen kietelen. Als ze gekieteld worden, maken ze rare bewegingen en moeten ze hard lachen. Dit is een reflex uit de oertijd: als iemand (mens of dier) je onverwacht aanraakt, reageert je lichaam alsof het wordt aangevallen. Je maakt afwerende gebaren, kronkelt in allerlei bochten en gaat lachen.
Welke delen van het centrale zenuwstelsel zijn bij de reactie op kietelen betrokken?
Welke delen van het centrale zenuwstelsel zijn bij de reactie op kietelen betrokken?
A
alleen de grote hersenen
B
grote en kleine hersenen
C
grote hersenen, kleine hersenen en hersenstam
D
hersenstam, kleine hersenen en ruggenmerg
Slide 6 - Quizvraag
In de grafiek zie je van een persoon gedurende een etmaal de hoeveelheid hormoon P per ml bloed. Hormoon P speelt een rol bij de regeling van het glucosegehalte van het bloed.
Welk hormoon is hormoon P?
Welk hormoon is hormoon P?
timer
2:00
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Hoe heet de hormoonklier die is aangegeven met Q? En welk hormoon produceert hormoonklier Q?
timer
1:30
Slide 10 - Open vraag
In de afbeelding is schematisch weergegeven hoe vanuit orgaan P verschillende processen in het lichaam van de mens worden beïnvloed.
Wat is de naam van het orgaan dat met P is aangeduid?
Wat is de naam van het orgaan dat met P is aangeduid?
A
grote hersenen
B
hypofyse
C
kleine hersenen
D
schildklier
