Je beheerst de spelling van meervoudsvormen van zelfstandig naamwoorden.
Je beheerst de werkwoordspelling van het Nederlands.
Je weet wat een drieledige samenstelling is en hoe je die juist noteert.
Je leert de spelling van alledaagse woorden kennen.
Je leert de betekenis van schooltaalwoorden en alledaagse woorden.
Je weet waaraan je presentatie in klas 3 moet voldoen.