Specifieke informatie uit een tekst kunnen citeren
Iets in eigen woorden kunnen uitleggen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6
In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Specifieke informatie uit een tekst kunnen citeren
Iets in eigen woorden kunnen uitleggen
Slide 1 - Tekstslide
Lesopbouw
Studiewijzer doornemen
Boektitels doorgeven
Uitleg
CE
Stappenplan CE
Woorden of zinnen citeren
iets met eigen woorden zeggen
Slide 2 - Tekstslide
Studiewijzer
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Boektitels
timer
15:00
Slide 6 - Tekstslide
Het CE
Puntentelling
Vragen beantwoorden
Meerkeuzevragen
Woordenboek
Tijdverdeling
Spelling en formulering
Slide 7 - Tekstslide
MEERKEUZEVRAGEN
De antwoorden staan altijd op alfabetische volgorde.
Vaak blijven er twee antwoorden over waartussen je twijfelt.
Lees de vraag goed: welk antwoord geeft echt goed antwoord op de vraag.
Probeer vragen met een ontkenning te herformuleren.
Vul atijd iets in!
Slide 8 - Tekstslide
Stappenplan CE
Zie boek (blz. 346)
Slide 9 - Tekstslide
CITEREN 1
Een zin: echt een hele zin vanaf hoofdletter tot en met punt.
Een woord: echt maar één woord, anders krijg je aftrek of geen punten
Slide 10 - Tekstslide
CITEREN 2
Een zinsgedeelte: nooit een hele zin, maar bijvoorbeel van hoofdletter tot een (punt)komma, of vanaf een (punt)komma tot het einde van de zin.
Een woordgroep: een groep bij elkaar horende woorden, vaak een zinsdeel. Bijvoorbeeld het onderwerp, het lijdend voorwerp, een bijwoordelijke bepaling.
Slide 11 - Tekstslide
PARAFRASEREN
= met eigen woorden zeggen
je kunt meestal dicht bij de tekst blijven. Verander in ieder geval een woord en de volgorde van de woorden.
Gebruik nooit meer woorden dan je mag. De woorden die te veel zijn mogen niet meer beoordeeld worden.