Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofdstuk 3 De Verlichting
DE ACHTTIENDE EEUW
DE VERLICHTING
1 / 36
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
36 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
DE ACHTTIENDE EEUW
DE VERLICHTING
Slide 1 - Tekstslide
18de eeuw: Verlichting
Paragraaf 20: historische achtergrond: hoe stond Nederland er voor?
Paragraaf 21: Overheersende culturele stroming Verlichting
Paragraaf 23: De Verlichting in de literatuur
Paragraaf 24: Justus van Effen
Paragraaf 26: Hiëronymus van Alphen
Paragraaf 27:
Betje Wolff en Aagje Deken
Slide 2 - Tekstslide
Paragraaf 20: historische achtergrond: hoe stond Nederland er voor?
In Europa: absolute monarchieën
In Nederland: republiek met Staten Generaal:
geen duidelijk centraal gezag;
gewesten gingen hun eigen gang
Gouden eeuw is voorbij: economisch en cultureel stelt Nederland niet meer zoveel voor
Slide 3 - Tekstslide
Pruikentijd
-Parijse mode
-Tonen van rijkdom
Slide 4 - Tekstslide
Patriotten en prinsgezinden
Einde achttiende eeuw: twee politieke stromingen
Patriotten: meer democratie: in 1793 hulp van de Fransen
Prinsgezinden: wilden een stadhouder van het huis van Oranje
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Paragraaf 21 De Verlichting
Overgang renaissance - Verlichting
Mensheid moest verlicht worden door middel van kennis
Rationalisme: Tijdperk van de rede
Deïsme: wel een opperwezen; maar verering in vorm van godsdienst helpt niet
Tolerantie: ieder gelooft op zijn eigen manier
Liberalisme: vrijheid van economisch handelen
Slide 7 - Tekstslide
In de Verlichting ging men over veel aspecten anders denken. Wat was geen duidelijk onderwerp in deze tijd?
timer
1:00
A
Godsdienst
B
Samenleving
C
Economie
D
Gevoelsleven
Slide 8 - Quizvraag
Welk element had geen invloed op het ontstaan van de Verlichting
timer
1:00
A
Beeldenstorm: macht kerk werd minder
B
Renaissance; mens centraal
C
Reformatie: het individu was belangrijk
D
Wetenschappelijke revolutie: natuurwetten
Slide 9 - Quizvraag
In de achttiende eeuw is alles op te lossen met het..
timer
1:00
Slide 10 - Open vraag
Hoe noemen we de gedachte waarbij men ervan uitgaat dat alles op te lossen in het met verstand
timer
1:00
A
Reformatie
B
Humanisme
C
Rationalisme
D
Hedonisme
Slide 11 - Quizvraag
Op politiek gebied beschreef Montesqieu de Trias politica. Wat bedoelde hij precies?
timer
1:00
Slide 12 - Open vraag
Op gebied van de economie is vrijheid van economisch handelen belangrijk. Welke term hoort daarbij?
timer
1:00
A
Kapitalisme
B
Liberalisme
C
Communisme
D
Rationalisme
Slide 13 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met 'De samenleving is maakbaar'?
Slide 14 - Open vraag
Op welke twee gebieden werd er in de Verlichting vooral gefocust?
Slide 15 - Open vraag
Optimisme
De mens is in wezen goed
De mens wordt geboren als een
tabula rasa
(John Locke)
Nature - nurture
Onderwijs belangrijk: literatuur gericht op onderwijs
Verlichting heeft grote invloed gehad op de latere eeuwen
Slide 16 - Tekstslide
De Verlichting in de literatuur
Proza: vernieuwend, nieuwe vormen, nieuwe ideeën, ruimdenkend
Proza: didactisch, het geeft de lezer nieuwe, rationele, ideeën en opvattingen
Poëzie en toneel: neo-classicisme; klassieke regels opgesteld door Boileau
Slide 17 - Tekstslide
Genres
De Encyclopédie
Tijdschriften: Justus van Effen
Het imaginaire reisverhaal
Kinderliteratuur
De roman
Slide 18 - Tekstslide
De Encyclopédie
Om de mens kennis te geven, moet er kennis zijn.
Doel: - kennis die er is, samenvatten
lezer info geven
juiste (rationele) weg tonen
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Spectatoriale tijdschriften 1
Didactisch/moralistisch
: opvoeden en laten zien wat hoort
Wetenschap/beeldende/kunst/literatuur/ opvoedkunde/omgangsvormen
Eenvoudige stijl: burgers moesten opgevoed worden
Slide 21 - Tekstslide
Spectatoriale tijdschriften 2
In Nederland: Justus van Effen
Richt in 1731 De Hollandsche Spectator op
Bestreed Hollandse chauvinisme
Bestreed calvinistische verzet tegen toneel en ander vermaak
Streed voor gebruik Nederlands in plaats van Frans
Slide 22 - Tekstslide
Er zijn drie soorten tijdschriften. Welke soort zien we niet in de achttiende eeuw.
A
spectatoriale tijdschriften
B
geleerdentijdschriften
C
religieuze tijdschriften
D
satirische tijdschriften
Slide 23 - Quizvraag
In de Hollandse spectator bestreed Justus van Effen
A
het onnodige gebruik van de Franse taal
B
het geroddel in de tijdschriften
C
het schunnige taalgebruik op het toneel
D
de onzin van de ingezonden brieven
Slide 24 - Quizvraag
Het imaginaire reisverhaal 1
Het imaginaire reisverhaal: een reisverhaal dat nooit heeft plaatsgevonden
Episch-didactisch
Doel: de auteur kon in de bezochte landen laten zien wat volgens hem wel of niet goed was.
Slide 25 - Tekstslide
Het imaginaire reisverhaal 2
Satire: aanval op een systeem door het belachelijk te maken
Utopie: de reiziger komt terecht in een ideale wereld (bijv. zonder armoede, onderdrukking)
Robinsonade: persoon overleeft afgezonderd: met gebruik van de rede kan de mens alles overwinnen
Slide 26 - Tekstslide
De reize door het Aapenland is vooral een
A
waarschuwing voor de prinsgezinden
B
beschrijving van een avontuurlijke reis
C
satire op de politiek
D
een aanval op de patriotten
Slide 27 - Quizvraag
Robinsonades passen goed in de achttiende eeuw omdat
A
men met de rede moest zien te overleven
B
men graag over de toekomst las
C
men zag hoe de ideale samenleving er uit zag
D
het een ideaalbeeld van de maatschappij gaf
Slide 28 - Quizvraag
De roman 1
De roman: nieuwe vorm
Personages staan centraal: de gebeurtenissen hebben als doel de persoon te beschrijven: beschrijving van karakter en/of ontwikkeling
Roman: realistischer: meer tijd- en omgeving beschrijvingen
Slide 29 - Tekstslide
De roman 2
Wolf en Deken: Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart = de eerste Nederlandse roman
Briefroman: karakter van de brievenschrijvers duidelijk
Sara Burgerhart: les voor alle jonge meisjes: pas op!
Slide 30 - Tekstslide
De roman in de achttiende eeuw heeft een slechte naam. Hoe komt dat?
A
Ze zijn niet zedelijk genoeg
B
Ze zijn ongeloofwaardig
C
Ze passen niet genoeg in het rationele denken
D
Ze hebben geen meervoudig perspectief
Slide 31 - Quizvraag
Wat moesten de lezers leren van de briefroman Sara Burgerhart?
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Video
Kinderliteratuur 1
Optimisme: mens in wezen goed/geboren als tabula rasa
John Locke
Nurture – nature
Belang van onderwijs: kennis verschaffen
Slide 34 - Tekstslide
Kinderliteratuur 2
In Nederland: Hieronymus van Alphen (paragraaf 26)
Proeve van kleine gedichten voor kinderen: eerste literatuur voor kinderen
Geschreven vanuit het kind: kind is hoofdpersoon
Kinderlijke taal
Begrijpelijke onderwerpen (spelen)
Slide 35 - Tekstslide
Aan de slag
Lees paragraaf 24+25+26+27 (H3 Dautzenberg)
Maak de bijbehorende opdrachten (zie Teams). Maak de opdrachten en de tussentoetsen!
Maak de volgende opdrachten: 26.1 + 26.2 + tussentoets + eindtoets
Slide 36 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofdstuk 3 De Verlichting
Oktober 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Theorie Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofdstuk 3 De Verlichting
Juli 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Literatuurgeschiedenis Dautzenberg hoofdstuk 3 De Verlichting
December 2021
- Les met
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Literatuurgeschiedenis Dautzenberg Hoofdstuk 3: De Verlichting
Oktober 2024
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Verlichting 1
September 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
§28: Buitenlandse literatuur + herhaling
Juli 2022
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
18e eeuw Verlichting
September 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4-6
23 24 25 Literatuur
Juli 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5