21-09 Vragenuur
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Uitleggen wat regels zijn tijdens de toets.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Lijn = oneindig lang
Lijnstuk heeft een begin en een eind.
Als twee objecten door elkaar heen gaan, snijden ze. De plek waar dat gebeurt, noem je een snijpunt.
Zie dat lijnen met kleine lettters zijn en punten met hoofdletters.
Teken twee lijnen = Random lijnen. Je mag zelf kiezen.
Lijnstuk heeft een begin en een eind.
Als twee objecten door elkaar heen gaan, snijden ze. De plek waar dat gebeurt, noem je een snijpunt.
Zie dat lijnen met kleine lettters zijn en punten met hoofdletters.
Teken twee lijnen = Random lijnen. Je mag zelf kiezen.
Slide 4 - Tekstslide
Duidelijk laten zien hoe het gaat met Geodriehoek.
Loodrecht zorgt voor een rechte hoek, Evenwijdig/Parallel geef je aan met pijltjes.
Loodrecht zorgt voor een rechte hoek, Evenwijdig/Parallel geef je aan met pijltjes.
Slide 5 - Tekstslide
Afstand = Kortste verbinding.
Rechte lijn tussen twee punten
Loodrechte lijn tussen lijn en punt of tussen twee lijnen.
Rechte lijn tussen twee punten
Loodrechte lijn tussen lijn en punt of tussen twee lijnen.
Slide 6 - Tekstslide
Een cirkel heeft een middelpunt en een grootte. Die grootte geef je aan met de straal of de diameter. De straal is vanaf het middelpunt naar de buitenkant van de cirkel met een recht lijntje. De diameter is twee keer zoveel. Dan hak je de cirkel door midden. De diameter wordt ook wel eens de middellijn genoemd.
Hoe werk je met een passer?
Hoe werk je met een passer?
Slide 7 - Tekstslide
Vlakke figuren (behalve de cirkel) hebben hoekpunten, zijden en diagonalen. Zijden(en diagonalen) kunnen in het bijzonder loodrecht, evenwijdig/parallel of even lang zijn.
Slide 8 - Tekstslide
6 vlakke vierhoeken, hier in beeld.
Er staat in Uitleg 2 van P4 duidelijk wat de eigenschappen zijn. Die moet je kennen!
JE MOET DE SYMBOLEN VOOR RECHTE HOEKEN/LOODRECHT SNIJDEN, EVENWIJDIG/PARALLEL EN EVEN LANGE ZIJDEN KENNEN!!!
Ook nog driehoek en cirkel.
Er staat in Uitleg 2 van P4 duidelijk wat de eigenschappen zijn. Die moet je kennen!
JE MOET DE SYMBOLEN VOOR RECHTE HOEKEN/LOODRECHT SNIJDEN, EVENWIJDIG/PARALLEL EN EVEN LANGE ZIJDEN KENNEN!!!
Ook nog driehoek en cirkel.
Slide 9 - Tekstslide
Dus niet per ongeluk al je tijd in steken!
Slide 10 - Tekstslide
x-as, y-as, oorsprong = assenstelsel. Getallen bij de lijntjes, niet in het midden van de hokjes. Roosterpunt = whatever.
Coördinaten = (x,y)
Coördinaten = (x,y)
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
