Herhaling drogredenen

Start
Telefoons weg (dus ook niet op tafel)
Hoofdtelefoon/oortjes af
Eten en drinken weg (water mag wel)
Laptops dicht
Jassen uit
Tassen op de grond

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Start
Telefoons weg (dus ook niet op tafel)
Hoofdtelefoon/oortjes af
Eten en drinken weg (water mag wel)
Laptops dicht
Jassen uit
Tassen op de grond

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Les 1: Herhaling drogredenen + opdracht

Les 2: Herhaling werkwoordspelling en grammatica

Volgende week: Herkansing werkwoordspelling en grammatica

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in je eigen woorden uit wat een drogreden is

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogredenen ken je nog?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogreden gebruikt Johan Derksen hier?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vertekenen van het standpunt
C
Persoonlijke aanval
D
Cirkelredenering

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Bij een persoonlijke aanval wordt er niet op de bal, maar op de persoon gespeeld. 

 'Als je tegen Zwarte Piet bent, dan ben je geen echte Nederlander'. 

Dit argument valt iemand aan op zijn mening 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'We hebben mobieltjes, dus waarom zouden we die niet gebruiken?'

'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast
'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Zij maakt er echt een puinhoop van, want ze doet helemaal niets goed!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

“Ik ben geen kleptomaan, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 14 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 15 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
generalisatie

Slide 16 - Quizvraag

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
Natuurlijk moeten we meer bewegen. Geef me één goede reden om dat niet te doen?
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 17 - Quizvraag

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Je moet je boeken meenemen naar de les: je voetbalschoenen neem je toch ook mee naar de voetbaltraining?
A
onjuist kenmerk/ eigenschap
B
vals dilemma
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.
A
onjuiste kenmerk
B
overdrijving of vals dilemma
C
bespelen van het publiek
D
vertekenen van standpunt

Slide 19 - Quizvraag

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Meest gebruikte drogredenen
1. Het leggen van verkeerde verband (oorzaak-gevolg)
2. Verkeerde vergelijking
3. Overhaaste generalisatie
4. Cirkelredenering
5. Argumenten uit de weg gaan (ontduiken van bewijslast)
6. Bespelen van het publiek (vals beroep op emotie)
7. Onjuist beroep op autoriteit
8. Beroep op traditie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
1. Geef per argument aan of dit een juist of onjuist argument is.
2. Geef bij onjuiste argumenten aan van welke drogreden er sprake is.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies