Talent 4.9 tussenletter n/s

Leerdoelen van vandaag
Je leert wanneer je tussenletters in samenstellingen gebruikt.
Je leert wat voor- en achtervoegsels zijn.

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen van vandaag
Je leert wanneer je tussenletters in samenstellingen gebruikt.
Je leert wat voor- en achtervoegsels zijn.

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje Talent

Slide 2 - Tekstslide

kijk naar het eerste deel van de samenstelling!

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een tussen-s bij samenstellingen?
Als je hem hoort, 
of als je die in een vergelijkbaar woord hoort.

bakkersroom
stationsweg
meningsverschil


Slide 4 - Tekstslide

Welke is juist?
timer
0:20
A
sterreregen
B
manenschijn
C
maneschijn
D
schoenedoos

Slide 5 - Quizvraag

Welke is juist?
timer
0:20
A
berengezellig
B
beregoed
C
moederkindje
D
kanonsvuur

Slide 6 - Quizvraag

Welke is juist?
timer
0:20
A
roggebrood
B
spinnenwiel
C
jacobschelp
D
eenmanzaak

Slide 7 - Quizvraag

Voor- en achtervoegsels 1.5
Een samenstelling bestaat uit twee woorden
die ook zelfstandig voor kunnen komen:
koekenpan, tomatensoep

Voorvoegsels plak je voor een woord,
achtervoegsels plak je achter een woord.





Slide 8 - Tekstslide

Voor- en achtervoegsels 1.5
Voor- en achtervoegsels zijn zelf dus geen losse woorden.
Ze kunnen namelijk niet zelfstandig voorkomen.
Onaardig of instabiel zijn dus geen samenstellingen!

Voor- en achtervoegsels geven een andere betekenis aan het woord.

Bijvoorbeeld een tegenstelling: on-aardig (v), in-actief (v), a-sociaal (v), humor-loos (a). Maar ook: wonderbaar-lijk (a), kinder-achtig (a).

Slide 9 - Tekstslide

Bedenk zoveel mogelijk woorden met een
voor- of achtervoegsel, zet (v) of (a) erbij.

Slide 10 - Woordweb