Schrijven - formulier invullen

Schrijven - formulier invullen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schrijven - formulier invullen

Slide 1 - Tekstslide

Wat voor formulier heb jij als laatst ingevuld?

Slide 2 - Open vraag

Woorden en afkortingen
In formulieren worden veel verschillende woorden en afkortingen gebruikt.
Weet jij wat welk woord en welke afkorting betekent?

Slide 3 - Tekstslide

Gezinssituatie
Al je officiele voornamen
ter attentie van; gericht aan deze persoon
De naam waar je mee aangesproken wordt
Burger service nummer
Rekeningnummer
Voornaam/voornamen
T.a.v.
Roepnaam
Burgerlijke staat 
BSN
IBAN

Slide 4 - Sleepvraag

Vul een formulier altijd met blokletters in

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht loonheffingsformulier
Je bent aangenomen als vakkenvuller bij de Albert Heijn en start op 12 december 2018. Dit is je enige baan en je hebt geen bijstandsuitkering

Slide 6 - Tekstslide

Welke woorden uit het uitgedeelde formulier ken je nog niet?

Slide 7 - Woordweb

Vul het formulier in
In blokletters

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken
  • Bekijk elkaars formulieren in een groepje van 4.
    Welk formulier is het beste ingevuld?
    Leg uit waarom.

  • We kiezen uit de beste formulieren de winnaar.
    Waarom is dit formulier het best?

Slide 9 - Tekstslide

Keuzeopdracht
Kies uit deze formulieren één van de formulieren uit en vul dit formulier in.

Zorg dat je een andere hebt
dan je buurman.

Kijk samen elkaars formulier uit.
Geef 1 tip en 1 top.
Formulieren:
- Verhuizing doorgeven
- Automatische incasso
- Koopovereenkomst invullen

Slide 10 - Tekstslide