verdrinking

verdrinking
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EhboMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

verdrinking

Slide 1 - Tekstslide

Wat stel je vast bij verdrinking?
  • Wat stel je vast bij verdrinking?
  • Het slachtoffer ligt nog in het water of is onder water geweest.
  • Het slachtoffer is mogelijk onderkoeld.
  • Het slachtoffer is uit het water maar heeft geen reguliere ademhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Als het slachtoffer nog in het water ligt:
Roep om hulp, bel of laat 112 bellen.
Denk om je eigen veiligheid:
Hou er rekening mee dat het slachtoffer je onder water kan trekken.
Ga alleen zelf het water in als er geen andere mogelijkheid is om iemand te redden, zoals een reddingsboei, touw of stok. 
Zorg dat er altijd minstens nog één ander persoon in de buurt is die kan helpen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je doen?
Als slachtoffer uit het water is:

Is het slachtoffer bewusteloos? Controleer dan of het slachtoffer nog ademt.




Slide 4 - Tekstslide

Ademt het slachtoffer niet
Als je met meerdere personen bent:
Laat een ander direct 112 bellen.
Geef 5 beademingen. (Anders dan normaal)
Start reanimatie: geef steeds 30 borstcompressies en 2 beademingen.
Volg de instructies van de meldkamercentralist.

Slide 5 - Tekstslide

Als je alleen bent:
Geef direct 5 beademingen.
  • Start reanimatie (30 borstcompressies en 2 beademingen) en doe dit 1 minuut.
  • Bel dan 112.
  • Ga door met reanimeren en volg de instructies van de centralist.

Slide 6 - Tekstslide

Ademt het slachtoffer wel
Bel 112  bij hevige benauwdheid na het inademen van water.
Gebruik een isolatiedeken als bescherming tegen kou of regen.

Let op: Heeft het slachtoffer geen klachten? Dan moet hij of zij tóch naar de huisarts, ook al lijkt er niets aan de hand te zijn.  Als er water in de longen terecht is gekomen, kunnen namelijk binnen 48 uur levensgevaarlijke complicaties optreden. 

Slide 7 - Tekstslide

Gaspen
  • Opervlakkige niet functionele ademhaling.
  • Lijkt op ademhaling maar is het niet.
  • Reanimatie starten.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

evaluatie
casus 1: je loopt langs een sloot. Je ziet iemand spartelen in het water. Er is een steile kant en er is geen ander persoon in de buurt wat doe je?

Casus 2: Je hebt iemand uit het water gehaald. Deze persoon is niet aanspreekbaar. Het lijkt erop dat deze ademt maar deze ademhaling is erg snel. Wat doe je, beschrijf de stappen.

Slide 10 - Tekstslide