Handel & Economie: Wat doe jij in de Winkel? - Artikelen controleren les 4

Handel  & Economie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & HandelPraktijkonderwijsLeerjaar 3,4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Handel  & Economie

Slide 1 - Tekstslide

timer
1:00
Wat zijn artikelen?

Slide 2 - Woordweb

Artikelen, wat zijn dat?
Je zegt niet een winkel verkoopt spullen of dingen. Je zegt een winkel verkoopt artikelen
Dus een supermarkt verkoopt artikelen, maar een kledingwinkel verkoopt ook artikelen. Ze verkopen verschillende soorten artikelen. De een verkoopt etenswaren, de ander kleding. 

Slide 3 - Tekstslide

Artikelen in een schap
De manier waarop artikelen in of op een schap staan of in een rek hangen, is de artikelpresentatie. Een schap is een plank in een stelling waarop je artikelen kunt zetten. 
Door artikelen op een bepaalde manier neer te zetten, zorg je ervoor dat ze extra opvallen, zodat er meer van vekocht worden. 

Slide 4 - Tekstslide

Artikelen controleren 
In de winkel let je er op dat artikelen niet bederven. Het helpt om naar de houdbaarheid te kijken. Houdbaarheid wil zeggen, hoe lang je een artikel kunt bewaren. 
Zo heeft elk artikel een eigen houdbaarheid. Zit het artikel in een verpakking? Daar staat dan meestal een datum op. Dit is de houdbaarheidsdatum. Je mag het artikel tot en met die datum verkopen. Hoe verder weg de datum, hoe langer het houdbaar is. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat controleer je nog meer bij een artikel?

Je controleert niet alleen op houdbaarheid. Je kijkt meteen of de artikelen niet kapot zijn of verkleurd. Zie je bijvoorbeeld een ingedeukt blik staan in het schap? Dit blik is niet meer goed en haal je uit het schap. Je meldt dit ook bij je baas. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat bedoelen we met houdbaar?

Slide 7 - Open vraag

Bekijk het plaatje. Tot wanneer is dit pak melk houdbaar?

Slide 8 - Open vraag

Wat doe jij als je dit pak ziet liggen in het schap?

Slide 9 - Open vraag

Wat is spiegelen?

Slide 10 - Open vraag

Is een schap niet zo vol? Dan spiegel je dat schap. Spiegelen is de artikelen in een schap van achteren naar voren schuiven. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Op de verpakking van levensmiddelen staat een houdbaarheidsdatum.
Deze datum kan op iedere zijde staan. Je moet soms goed zoeken.

Slide 13 - Tekstslide

T.H.T. (tenminste houdbaar tot)



T.G.T. (te gebruiken tot)
op producten die snel bederven

Wat is het verschil tussen t.h.t. en t.g.t.?

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Zoek op vijf verpakkingen de houdbaarheidsdatum.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Hoe moet je een houdbaarheidsdatum lezen?

Dan moet je goed de volgorde van de maanden van een jaar kennen!


Slide 18 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12

Slide 19 - Tekstslide

De houdbaarheidsdatum wordt op verschillende manieren geschreven. 
Bij deze foto is de houdbaarheidsdatum:
8 januari 2019




Het is de 8e dag van de 1e maand van het jaar 2019.

Slide 20 - Tekstslide

Hier staat geschreven:
11.2019

De houdbaarheidsdatum is: november 2019.

Er staat eigenlijk: de 11e maand van het jaar 2019. November is de 11e maand.

Slide 21 - Tekstslide

FIFO-systeem

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het doel van het FIFO-systeem?

Slide 23 - Open vraag

FIFO-systeem
  • Het FIFO-systeem is een logistieke methode waarbij voedingsmiddelen verwerkt worden in de volgorde van binnenkomst.
  • Minder verse producten worden als eerste verkocht/gebruikt.
  • Verse producten die binnen komen worden achter de minder verse producten opgeslagen.

Slide 24 - Tekstslide

0

Slide 25 - Video

De hoeveelste maand is juni?
A
5e
B
7e
C
6e
D
4e

Slide 26 - Quizvraag

Wanneer ben jij jarig?
De hoeveelste maand van het jaar is dit?

Slide 27 - Open vraag

Je moet 3 pakken melk in het schap terugzetten. Bekijk de volgende 3 houdbaarheidsdata. Welke datum zet je vooraan, in het midden en achteraan?
Vooraan
in het midden
achteraan
27-10-2014
20-10-2014
23-10-2014

Slide 28 - Sleepvraag

Wat gebeurt bij het FIFO-systeem?
A
Producten worden langer bewaard
B
Producten verlaten nooit de koeling
C
Opslag volgens indeling van producten
D
Minder verse producten worden eerst verkocht

Slide 29 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting FIFO?
A
First in First out
B
First in never out
C
Favourite interesting Foods Online
D
Fast in First out

Slide 30 - Quizvraag