2.1 Naar een ander soort leven

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Welkom Mens & Maatschappij

Maandag 30 september

Weektaak

Op maandag 7  oktober heb je alle  vragen  van 2.1 af  

15 oktober SO 2.1 en 2.2

Planning

So bespreken

theorie van de nieuwe paragraaf 

oefenen  met de lesstof in Lesson up

Introductie H2

• Ga naar introductie H2 "Naar een industriële samenleving". 
  
• Maak Introductie opdracht 1 blz 48

Uit welke landen bestond het Koninkrijk der Nederlanden in 1815?

1. Nederland en Duitsland
2. Nederland en Friesland
3. Nederland en België
4. Nederland, België en Luxemburg

Wie was het staatshoofd in 1815?

1. Willem I
2. Willem II
3. Leopold
4. Willem van Oranje

Wat is een constitutionele monarchie?

1. Een land met een koning
2. Een land met een grondwet
3. Een land met een gekozen president
4. Een land met een koning en een grondwet

Uit welk 2 delen bestaat ons Parlement?

Waarover stemmen de Tweede en Eerste Kamer?

Welkom Mens & Maatschappij

Dinsdag 1 oktober

Mensen die meer inspraak en vrijheid in de politiek wilden noemen we ...

1. Liberalen
2. Conservatieven

Mensen die wilden dat alles hetzelfde bleef en er niets veranderde, noemen we ...

1. Conservatieven
2. Democraten
3. Liberalen
4. Confessionelen

In welk jaar werd België een eigen Koninkrijk ?

1. 1815
2. 1820
3. 1830
4. 1848

Wie bedacht de nieuwe grondwet van 1848 ?

1. Koning Willem I
2. Minister Thorbecke
3. Koning Willem II
4. Minister Rutte

Wat is NIET waar ?
Na 1848 ....

1. kregen de burgers meer vrijheden
2. kreeg het parlement meer te zeggen.
3. mocht de koning alles beslissen in het land
4. mochten alleen rijke mannen stemmen

Het bestuur van Nederland vanaf 1815

• Bye Napoleon
• Koninkrijk der Nederlanden
• Willem I, staatshoofd
• Constitutie = grondwet
• Constitutionele monarchie = koninkrijk met een grondwet 
• Ministers
• Staten-Generaal

Liberalen en conservatieven

• Rijke mannen kiezen
• Liberalen: "Wij willen meer inspraak in de politiek!"
• Conservatieven: "De macht moet bij de koning en de adel blijven!"

De grondwet van 1848

• 1830, België onafhankelijk
• Willem II wil opstand voorkomen
• 1848, grondwetwijziging Thorbecke
• Rijke mannen kiezen nog steeds...

Leefomstandigheden in de industriële samenleving

• Slechte woningen, klein en donker
• Geen stromend water en riolering
• Zorgde voor ziekte uitbraken
• Sociale kwestie

Veranderingen in de samenleving

• Er moest wat gebeuren
• 1860, steeds meer aandacht voor sociale kwestie, vakbonden
• 1874, Kinderwetje van Van Houten
• 1900, Leerplichtwet 

Aan het werk

• Ga naar  2.1 "Naar een ander soort leven". 
  
• Maak opdrachten en de herhaling
• Niet in de les af? Dan is dit het huiswerk

			lars
	gino				Esmee
	Tim		Taylor&Merel		Florian & Khelian
	Timo		Dean& Troy		Sem& Dave
					Docent

Werkomstandigheden in de industriële samenleving

• Industriële samenleving
• Slechte leefomstandigheden
• Ongelukken en onrust 

Leefomstandigheden in de industriële samenleving

• Slechte woningen, klein en donker
• Geen stromend water en riolering
• Zorgde voor ziekte uitbraken
• Sociale kwestie

Veranderingen in de samenleving

• Er moest wat gebeuren
• 1860, steeds meer aandacht voor sociale kwestie, vakbonden
• 1874, Kinderwetje van Van Houten
• 1900, Leerplichtwet 

Wat was de belangrijkste reden voor de oprichting van vakbonden in Nederland?

1. Winst maximaliseren
2. Belastingverlaging afdwingen
3. Arbeidersrechten beschermen
4. Arbeidsproductiviteit verhogen

Wanneer vond de eerste officiële oprichting van een vakbond in Nederland plaats?

1. 1945
2. 1920
3. 1872
4. 1906

Wat was een belangrijk doel van de sociale kwestie?

1. Het bevorderen van de vrije markt economie
2. Het uitbreiden van het koloniale rijk
3. Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden
4. Het versterken van de monarchie

Wat was de belangrijkste kwestie in de sociale kwestie?

1. De opkomst van de industriële revolutie
2. De groei van de stedelijke bevolking
3. De slechte levensomstandigheden van arbeiders
4. De politieke onrust in Europa

Wat is een industriële samenleving?

1. Mensen woonden op het platteland en waren boer.
2. Mensen woonden in de steden en werkten in fabrieken

Leg uit wat er met de sociale kwestie bedoeld wordt.

Aan het werk

• Ga naar 2.1 "Naar een ander soort leven". 
• Maak alle opdrachten van 2.1 
• klaar? dan maak je de herhaling