Waarnemen vs Observeren en Menselijke Waarnemingsfouten
Waarnemen en Menselijke Waarnemingsfouten
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Sport en recreatieMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Waarnemen en Menselijke Waarnemingsfouten
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
- De student kent het verschil tussen waarnemen en observeren.
- De student kent de drie menselijke waarnemingsfouten.
Slide 2 - Tekstslide
Geef een korte introductie van de leerdoelen van de les. Leg uit dat de student aan het einde van de les deze doelen moet hebben bereikt.
Wat weet je al over het verschil tussen waarnemen en observeren?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is waarnemen?
Waarnemen is het proces van het opnemen van informatie met behulp van onze zintuigen.
Slide 4 - Tekstslide
Leg kort uit wat waarnemen is en hoe het verschilt van observeren.
Wat is observeren?
Observeren is het proces van het interpreteren en begrijpen van de informatie die we hebben waargenomen.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een duidelijke definitie van observeren en leg uit hoe het verschilt van waarnemen.
Waarom zijn deze begrippen belangrijk?
Het begrijpen van deze begrippen is belangrijk omdat het ons helpt om objectief en nauwkeurig te zijn bij het verzamelen van informatie.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is voor studenten om deze begrippen te begrijpen. Waarom is objectiviteit belangrijk?
Wat is het voordeel van objectief en nauwkeurig zijn bij het verzamelen van informatie?
A
Je krijgt geen begrip van de situatie.
B
Je krijgt een beter begrip van de situatie.
C
Je kunt de situatie manipuleren.
D
Je krijgt een slechter begrip van de situatie.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Menselijke waarnemingsfouten
Er zijn drie veelvoorkomende menselijke waarnemingsfouten: verschillend waarnemen
onvolledig waarnemen
onjuist waarnemen
Slide 8 - Tekstslide
Introduceer de drie menselijke waarnemingsfouten en leg uit wat elke fout betekent.
Wat is het gevolg van 'onjuist waarnemen'?
A
Mensen nemen de werkelijkheid op dezelfde manier waar als anderen
B
Mensen nemen de werkelijkheid niet waar
C
Mensen nemen de werkelijkheid anders waar dan deze is
D
Mensen nemen de werkelijkheid exact waar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de drie veelvoorkomende menselijke waarnemingsfouten?
A
Onvolledig waarnemen
B
Verschillend waarnemen
C
Onjuist waarnemen
D
Te snel waarnemen
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Selectieve waarneming
Selectieve waarneming is het proces waarbij we alleen informatie opnemen die onze bestaande overtuigingen en ervaringen bevestigt.
Slide 11 - Tekstslide
Leg uit wat selectieve waarneming is en hoe het onze perceptie van de wereld kan beïnvloeden.
Selectieve waarneming kan leiden tot vooroordelen en de bevestiging van stereotypen.
Eens, we zoeken naar bevestiging.
Oneens, we zijn objectief mogelijk.
Eens, we negeren afwijkende informatie.
Oneens, iedereen is open-minded.
Slide 12 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Projectie
Projectie is het toeschrijven van onze eigen gevoelens en emoties aan anderen.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit wat projectie is en hoe het onze perceptie van anderen kan beïnvloeden.
Stereotypering
Stereotypering is het toepassen van algemene overtuigingen of vooroordelen op individuen.
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit wat stereotypering is en hoe het onze perceptie van anderen kan beïnvloeden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.