H4 Formuleren dubbelop

LESDOEL
Herkennen en vermijden van 'dubbelop'-fouten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

LESDOEL
Herkennen en vermijden van 'dubbelop'-fouten

Slide 1 - Tekstslide

Dubbelop
  1. Onjuiste herhaling
  2. Tautologie
  3. Pleonasme
  4. Contaminatie
  5. Dubbele ontkenning 

Slide 2 - Tekstslide

1. Onjuiste herhaling
Als een vast voorzetsel twee keer wordt gebruikt.
Voorbeeld:
  • Aan dat gepraat over voetbal op zondagavond heb ik een hekel aan.
  • Op zo’n partij zou je ook niet op moeten stemmen.

Slide 3 - Tekstslide

2. Tautologie
Als hetzelfde wordt gezegd met verschillende woorden van dezelfde woordgroep.
Voorbeeld:
  • Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
  • Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.
  • Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

3. Pleonasme
Als een deel van de betekenis van een woord of een woordgroep nog eens door een ander woord wordt uitgedrukt.
Voorbeeld:
  • Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat.
  • De regenbuien kunnen nog ongeveer drie tot vier dagen aanhouden.
  • ‘Boontje komt om zijn loontje’ is een vaste standaarduitdrukking van hem.

Slide 5 - Tekstslide

4. Contaminatie
Als twee woorden of uitdrukkingen worden verward en ten onrechte worden vermengd.
Voorbeeld:
  • Door de war zijn: ‘in de war zijn’ en ‘door elkaar halen’
  • Onderdeel uitmaken van: ‘deel uitmaken van’ en ‘onderdeel zijn van’
  • Zich beseffen: ‘beseffen’ en ‘zich realiseren’
  • Mijn mobiel is kwijt: ‘ik ben mijn mobiel kwijt’ en ‘mijn mobiel is weg’
  • Vertellen tegen iemand: ‘zeggen tegen iemand’ en ‘vertellen aan iemand’
  • Zwaar wegen: ‘zwaar zijn’ en ‘veel wegen’
  • Irriteert zich aan: ‘ergeren aan’ en ‘irriteren’
  • Snel lopen: ‘hard lopen’ en ‘snel zijn’
  • CONCLUSIE

Slide 6 - Tekstslide

5. Dubbele ontkenning
Als er in een zin met een werkwoord met een ontkennend karakter ten onrechte een tweede ontkenning wordt toegevoegd.
Voorbeeld:
  • 1. Wij hebben nooit geen problemen (nooit of geen).
  • 2. De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen (voorkomen of geen).
  • 3. Ik ben daar nooit niet geweest (nooit of niet).

Slide 7 - Tekstslide

Welkom 5H
Deze les: herhaling dubbelop en verwijswoorden
Werk de oefeningen zelfstandig door en stel vragen via Teams in de chat/hardop. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide