klas 1 H/V par. 3.4 Economische Ontwikkeling

H3 §4 
Economische ontwikkeling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 §4 
Economische ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige paragraaf
Weet je het nog?

Slide 2 - Tekstslide

Waar hoort het land China bij?
A
Perriferie
B
Semiperriferie
C
Centrum

Slide 3 - Quizvraag

Hoe herken je een land dat zit in de Perriferie

Slide 4 - Open vraag

Leerdoelen
Na deze les kun je...

  • Ik kan de sectoren landbouw, industrie en diensten beschrijven.
  • Ik kan beschrijven dat de ontwikkeling van een land invloed heeft op het werk dat mensen doen.
  • Ik kan het verschil tussen de formele en informele sector aangeven.


Slide 5 - Tekstslide

Informele & Formele sector
Officiële banen zijn de formele sector (hier wordt belasting over betaald).

 
Niet-officiële banen zijn de informele sector.
In de periferie kloppen cijfers over de dienstensector vaak niet als de banen grotendeels in de informele sector vallen.

Slide 6 - Tekstslide

New York
Voor welk werk verhuizen mensen naar New York

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Werk in New York
Vaak ICT’ers, advocaten of adviseurs.

 
Maar ook voor werk in de bediening of als kindermeisje.


Het soort werk dat mensen in een land doen, is een kenmerk van de ontwikkeling van het land.

Slide 9 - Tekstslide

Economische Sectoren (1)
Landbouw

Landbouwproducten
grondstoffen
mijnbouw
bosbouw
visserij

Slide 10 - Tekstslide

Economische Sectoren (2)
Industrie


Industriële goederen en de bouw.


Slide 11 - Tekstslide

Economische sectoren (3)
Diensten
  
In deze sector doen mensen iets voor andere mensen, zoals schoonmakers, verpleegkundigen, leraren en maaltijdbezorgers.

Slide 12 - Tekstslide

Economische Sectoren (4)
Alle mensen tussen 15 en 65 jaar.
De beroepsbevolking is verdeeld over de drie sectoren.
Die verdeling is een kenmerk van economische ontwikkeling.

Slide 13 - Tekstslide

Beroepsbevolking in de periferie (1)
In de periferie is veel werk in de landbouw.

 

Er zijn twee soorten landbouw:
Zelfvoorzienende landbouw: kleine boeren produceren voedsel voor zichzelf.

Commerciële landbouw: grote bedrijven exporteren hun gewassen.
Commerciële landbouw heeft veel grond nodig voor.

Slide 14 - Tekstslide

Beroepsbevolking in de periferie (2)
Ook de dienstensector is groot.

 
Dit is verrassend, omdat deze sector ook in het centrum groot is.

Banen: ambtenaar, leraar, verpleging, winkelpersoneel.
Niet-officiële banen in de dienstensector: schoenenpoetser, autowasser, straatverkoper.

Slide 15 - Tekstslide

Check: paragraaf 4
10 vragen

Slide 16 - Tekstslide

In welke sector hoort het beroep: Buschauffeur
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 17 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep: Naaiatelier
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 18 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep: Schoenenpoetser
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 19 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Boer
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 20 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Vuilnisman
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 21 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Restauranteigenaar
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 22 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Tourguide (iemand die je rondleid)
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 23 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Bouwvakker
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 24 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Belastingdienst
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 25 - Quizvraag

In welke sector hoort het beroep:
Docent
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten

Slide 26 - Quizvraag

Laatste 2 vragen:

Slide 27 - Tekstslide

Noteer twee dingen die je deze les hebt geleerd
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!

Slide 28 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Klik op 'bewaren' als je je antwoord hebt ingevuld!

Slide 29 - Open vraag

Aan de slag!
  • Lezen: §3.4
  • Maken: §3.4 (Blz. 27): 1 t/m 8

Stil werken
Fluisterend werken
Normaal overleggen mag

Slide 30 - Tekstslide