Coporate les 4 doelgroepen en smart

Doelgroep en doelstelling
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Doelgroep en doelstelling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van de les
  • Je kunt vertellen wat een doelgroep is 
  • Je weet het verschil tussen hoofd- en subdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Vertel in je eigen woorden wat volgens jou een doelgroep is?

Slide 3 - Open vraag

"Een doelgroep is een specifieke groep mensen die een organisatie wil bereiken met een bepaald aanbod. Deze groep heeft een aantal kenmerken gemeen, zoals leeftijd, opleidingsniveau, geslacht en/of etniciteit."

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is het belangrijk voor een bedrijf om je doelgroep te weten?

Slide 5 - Open vraag

Theorie: omschrijving van de persona
Een persona is een gedetailleerde beschrijving van je (fictieve) ideale deelnemer.

Ook al is elke deelnemer anders, het is de bedoeling om de belangrijkste kenmerken van deelnemers samen te voegen en een beschrijving van deze gemiddelde ideale deelnemer te maken.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Waarom  een persona ?
  • Het zorgt dat je doelgroep een gezicht krijgt waarop jij je kunt richten

  • Je kunt je meer verplaatsen in de doelgroep. En daardoor bepalen op welke wijze jij de doelgroep kan aanspreken. 

Slide 8 - Tekstslide

80% is je hoofddoelgroep

Slide 9 - Tekstslide

Doelstelling
Elke activiteit heeft doelstellingen. 
Waarom organiseer je het ? 

Slide 10 - Tekstslide

Doelstellingen
  •  Hoofddoelstelling > staat centraal
             Deeldoelstelling > nodig voor hoofddoel
                Subddoelstelling > deienen deeldoelstelling
  • Nevendoelstelling > mooi meegenomen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Formuleren doelstelling
S > specifiek
M > meetbaar
A > acceptabel
R > realistisch
T > tijdsgebonden

Slide 13 - Tekstslide

Wat is voor jou het voordeel van werken met SMART doelen

Slide 14 - Open vraag

SMART doelen
  • Duidelijk (voor iedereen) wat het resultaat moet zijn
  • Minder vrijblijvend
  • Je stelt een termijn
  • Meer kans dat je je doel behaald 

Slide 15 - Tekstslide

De S in SMART staat voor
A
Spectaculair
B
Specialistisch
C
Specifiek
D
Spannend

Slide 16 - Quizvraag

Waar moet je rekening mee houden
Wat is mijn doel, wat wil ik bereiken
Welk resultaat levert dat op (meetbare termen)
Is het doel bereikbaar (niet te moeilijk/makkelijk)
Is mijn realistische doel ook relevant
Sta ik wel achter mijn doel (acceptabel)
Zijn mijn doelen haalbaar op korte termijn

Slide 17 - Tekstslide

Wees positief
Ik.............  kan verklaren, benoemen ,begrijp ,pas toe, weet, heb inzicht in
(doe-meet- actie woorden)
Actie werkwoorden maken je doel specifiek en meetbaar

Slide 18 - Tekstslide

Hulp vragen

Slide 19 - Tekstslide

De student heeft alles af

Slide 20 - Open vraag

Voorbeeld
De student heeft binnen 1 week 1 BPV 
opdracht naar keuze af, volgens de normen van het feedbackformulier.

Slide 21 - Tekstslide

Ik zou wel betere smartdoelen willen
gebruiken in mijn BPV verslagen

Slide 22 - Open vraag

Voorbeeld
Over 2 maanden ben ik in staat om 
leerdoelen te maken volgens de SMART methode en gebruik ik deze in mijn BPV verslagen

Slide 23 - Tekstslide

Ik kan binnen 1 maand goed rapporteren

Slide 24 - Open vraag

Voorbeeld
Ik kan binnen 1 maand in correct Nederlands
volgens de SOAP methode rapporteren.

Slide 25 - Tekstslide

Ik ga proberen feedback te vragen

Slide 26 - Open vraag

Voorbeeld
Ik vraag deze week 3 maal feedback aan 
mijn werkbegeleider op een door mij
vooraf aangegeven onderwerp.

Slide 27 - Tekstslide

Ik kom beter voor mezelf op en werk bijna niet meer extra.

Slide 28 - Open vraag

Voorbeeld
De maand december werk ik naast mijn contracturen maximaal 8 uur extra.

Slide 29 - Tekstslide

SMART doelen maken is vooral 
veel oefenen...

Slide 30 - Tekstslide